Aarts advocatuur

Verlengde Velmolen 2A
Postbus 64, 5400 AB te Uden

T(0413) 24 31 21
F(0413) 24 31 22
Einfo@aarts-advocatuur.nl

Letselschade

Nieuws

Organisator carnavalsoptocht op Curaçao aansprakelijk voor omvallen muur langs de route op toeschouwer die daarbij dwarsleasie oploopt, omdat bekend was dat de muur al op instorten stond.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummers: CUR201801670 (hoofdzaak) en CUR2019I00002 (vrijwaringszaak)

Vonnis van 13 februari 2023

in de hoofdzaak van

[EISERES],

wonende in Curaçao,

eiseres in de hoofdzaak,

gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols,

–tegen–

HET LAND CURAÇAO,

zetelend in Curaçao,

gedaagde in de hoofdzaak,

gemachtigden: mrs. A.C. van Hoof en E. van der Plank,

en in vrijwaringszaak

HET LAND CURAÇAO,

zetelend in Curaçao,

eiseres in de vrijwaringszaak,

gemachtigden: mrs. A.C. van Hoof en E. van der Plank,

–tegen–

[GEDAAGDE IN VRIJWARING],

wonende in Curaçao,

gedaagde in de vrijwaringszaak,

gemachtigde: mr. A.K.E. Henriquez.

Partijen zullen hierna [eiseres], het Land en [gedaagde in vrijwaring] worden genoemd.
1 Het procesverloop
1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

het tussenvonnis van 16 december 2019 (Land aansprakelijk);

het tussenvonnis van16 november 2020 (benoeming deskundigen letselschade);

het tussenvonnis van 25 januari 2021 (voorschot kosten deskundige);

de akte overleggen stukken van 1 maart 2021 van het Land;

het deskundigenrapport van B.A.A. Zahavi (hierna: Zahavi) van 22 november 2021, ter griffie van het gerecht ingediend op 3 februari 2022;

het arbeidsdeskundig rapport van C.Weegman-Dons (hierna: Dons) van 1 mei 2022;

de conclusie na deskundigenbericht, tevens houdende akte wijziging van eis van [eiseres] van 26 september 2022;

de conclusie na deskundigenrapport van het Land van 26 september 2022;

de conclusie na deskundigenrapport van [gedaagde in vrijwaring] van 26 september 2022;

de antwoordakte van het Land van 21 november 2022.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.
1.3.

De voor de beoordeling en beslissingen belangrijkste overwegingen uit de in deze procedure gewezen tussenvonnissen worden in dit vonnis herhaald en aangevuld.
2 De feiten

a. a) Op 4 maart 2014 vond te Curaçao een carnavalsoptocht, de Marcha di Despedida, plaats.

b) Voorafgaand aan de optocht heeft de Dienst Ruimtelijke Ordening en Planning van het Ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning de bouwwerken langs de carnavalsroute aan een visuele inspectie onderworpen. De bevindingen zijn vastgelegd in een rapport van 11 februari 2014, genaamd: “Visuele bouwvallige situatie langs de carnavalsroute 2014” (hierna: het inspectierapport).

c) In het inspectierapport is onder meer het volgende opgenomen:

Erfafscheiding van het pand te Schottegatweg west 83

Waardering: zeer slecht

Waarneembaar: ja

Gebrekken: Erfafscheiding is erger geworden met het gevaar dat de erfafscheiding een ieder moment kan omvallen

Advies: Erfafscheiding grondig inspecteren en waar nodig repareren.

d) [gedaagde in vrijwaring] is door erflating in 2011 eigenaar geworden van het perceel en het daarop gebouwde aan de Schottegatweg-West 83.

e) [eiseres], toen 60 jaar oud, zat de avondvan de Marcha di Despedida met familieleden op een bankje op het trottoir voor Schottegatweg-West 83 te kijken naar de voorbijtrekkende stoet. Toen zij daar zat, stortte de muur achter haar in (de erfafscheiding bedoeld in het inspectierapport), waarbij [eiseres] door een deel van de vallende muur werd geraakt en verwond (hierna: het ongeval).

f) Direct na het ongeval is [eiseres] via de spoedeisende hulp naar Colombia gebracht, waar met een operatie is getracht de door het ongeval veroorzaakte schade aan haar wervelkolom te herstellen. Aansluitend is zij circa acht maanden opgenomen geweest in het Sehos en in het Mgr. Verrietinstituut/SGR. [eiseres] heeft blijvend letsel, een dwarslaesie halverwege de rug (thoracaal 12), waardoor de onderste helft van haar lichaam verlamd is.

g) Bij brief van 10 april 2014 heeft [eiseres] het Land aansprakelijk gesteld voor alle schade die zij als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden.

h) De Raad van Ministers heeft bij besluit van 5 november 2014 de toenmalige minister gemachtigd om, op grond van humanitaire overwegingen, al het nodige te doen om tot een billijk en aanvaardbaar vergelijk te komen met [eiseres].RedaSosial heeft vervolgens op kosten van het Land in de woning van [eiseres] aanpassingen verricht.

i. i) Bij vonnis in kort geding van dit gerecht van 2 november 2016 is het Land op vordering van [eiseres] veroordeeld tot betaling van een voorschot op de door het Land aan [eiseres] te betalen schadevergoeding van NAf 250.000. Bij kort geding-vonnis van 12 juli 2022 is een nader voorschot van NAf 67.150 toegewezen. Het Land heeft aan die veroordelingen voldaan.

j) Partijen hebben geen overeenstemming kunnen bereiken ter afwikkeling van het geschil.
3 De vordering van [eiseres] tegen het Land
3.1. [

eiseres] vordert in de hoofdzaak, na eiswijziging, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van het Land tot betaling aan [eiseres] van NAf 3.401.035,35 (de gestelde materiëleschade minus de door het Land betaalde voorschotten), te vermeerderen met NAf 430.000 (immateriële schade) en te vermeerderen met de wettelijke rente en proceskosten, met afgifte door het Land van een belastinggarantie.
3.2. [

eiseres] heeft kort gezegd aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het Land aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval omdat het Land tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht (6:162 BW).
3.3.

Het Land heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4 De vordering van het Land tegen [gedaagde in vrijwaring]
4.1.

Het Land stelt in de vrijwaringszaak dat [gedaagde in vrijwaring] als opstaleigenaar van Schottegat-West 83 kwalitatief aansprakelijk is voor het omvallen van de muur en voor de daaruit voortvloeiende schade, en dat [gedaagde in vrijwaring] het Land om die reden moet vrijwaren voor de schade die het Land eventueel aan [eiseres] dient te vergoeden.
4.2.

Het Land vordert – kort samengevat – dat het gerecht [gedaagde in vrijwaring] veroordeelt tot het dragen van de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling van het Land in de hoofdzaak en/of tot het betalen van al hetgeen waartoe het Land als gedaagde in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, met veroordeling van [gedaagde in vrijwaring] in de kosten van de vrijwaringsprocedure.
4.3. [

gedaagde in vrijwaring] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
5 De beoordeling in de zaak van [eiseres] tegen het Land

Het Land is aansprakelijk uit onrechtmatige daad
5.1.

Tussen partijen staat vast dat de muur c.q. erfafscheiding behorende bij het perceel aan de Schottegatweg-West 83 tijdens de carnavalsoptocht op [eiseres] is gevallen, dat zij als gevolg daarvan een dwarslaesie heeft opgelopen en dat zij daardoor schade lijdt. Voorts staat tussen partijen vast dat de muur aan [gedaagde in vrijwaring] toebehoorde, zodat (risico-)aansprakelijkheid van het Land voor gebrekkige opstallen ex artikel 6:174 BW niet aan de orde is. Het Land heeft voorts niet betwist dat, zoals door [eiseres] is gesteld, het Land een algemene zorgplicht heeft ten aanzien van de veiligheid van weggebruikers, gebruikers van de stoep daaronder begrepen. Dat brengt met zich dat het Land jegens [eiseres] aansprakelijk kan zijn op grond van art. 6:162 BW. Het Land zal daartoe het verwijt moeten kunnen worden gemaakt dat het in de nakoming van deze zorgplicht is tekortgeschoten. Daarover verschillen partijen van mening.
5.2.

Vooropgesteld zij dat, anders dan het Land stelt, de eventuele risicoaansprakelijkheid van de eigenaar c.q. bezitter van de muur ex artikel 6:174 BW, niet aan aansprakelijkheid van het Land ex artikel 6:162 BW in de weg staat. Zowel de eigenaar van de muur als het Land kunnen jegens [eiseres] aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het omvallen van de muur. Het staat [eiseres] vrij te kiezen op wie zij haar schade wenst te verhalen. Nu [eiseres] het Land in rechte heeft betrokken, zal moeten worden beoordeeld of het Land zijn zorgplicht jegens [eiseres] heeft geschonden, ongeacht een eventuele aansprakelijkheid van de eigenaar van de muur jegens [eiseres].
5.3.

De vraag of het Land door schending van zijn zorgplicht onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld dient te worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Het antwoord op die vraag hangt van een aantal factoren af, zoals de mate van waarschijnlijkheid dat carnavalsgangers de slechte staat van de muur niet zouden opmerken en onderzoeken, de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst die de gevolgen kunnen hebben, de kenbaarheid van het gevaar en de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen (vgl. HR 5 november 1965,ECLI:NL:HR:1965:AB7079 Kelderluiken HR 22 april 1994, NJ 1994, 624; taxusstruik).
5.4.

Gelet op het inspectierapportwist het Land dat de muur, gezien de bouwvallige staat, ‘ieder moment kon omvallen’. De muur grensde direct aan de stoep langs de geplande carnavalsroute. Het is algemeen bekend dat het publiek tijdens carnaval de openbare weg en aangrenzend terrein gebruikt om op te staan, te zitten, te dansen etc. Een aangrenzende bouwvallige muur zo dicht langs de carnavalsroute is daarmee een risico voor het publiek. Als de muur tijdens de optocht omvalt, door welke oorzaak dan ook, is de kans groot dat deze terecht komt op aldaar aanwezige mensen. De kans op ongevallen en daaruit voortvloeiende schade is onder deze omstandigheden aanzienlijk. Gelet hierop was het voor het Land voldoende duidelijk dat zich ter plaatse een gevaarlijke situatie voordeed, waarmee het Land rekening had moeten houden bij het toestaan van de carnavalsoptocht langs de beoogde route en/of die het Land aanleiding had moeten geven passende maatregelen te treffen ter bescherming van het publiek. Het toesturen van het inspectierapport naar de politie, zoals het Land stelt te hebben gedaan, is onder deze omstandigheden onvoldoende. Dat geldt temeer daar is gesteld noch gebleken wat met het toesturen van het rapport aan de politie werd beoogd, dan wel dat erop is toegezien dat de politie passende maatregelen zou treffen. Als de desbetreffende pagina van het inspectierapport bij het doorzenden verloren is gegaan, zoals het Land suggereert, kan het Land dat niet aan [eiseres] tegenwerpen. Bovendien zou het voor het Land zelf makkelijk zijn geweest om maatregelen te treffen, zoals het (laten) afzetten van dat gedeelte van de stoep. Dat het Land het jaar daarop (2015) in aanloop op de carnavalsoptocht in eerste instantie heeft overwogen de route te wijzigen, en uiteindelijk ervoor heeft gekozen de in kaart gebrachte bouwvallige bouwwerken langs de route op te knappen, bevestigt voorts de mogelijkheid van het Land tot het treffen van veiligheidsmaatregelen.
5.5.

Het voorgaande leidt ertoe dat het Land zijn zorgplicht jegens [eiseres] heeft geschonden. Het Land is dan ook aansprakelijk voor het ongeval van [eiseres] en de daaruit voortvloeiende schade. [eiseres] heeft dus een vordering tot schadevergoeding op het Land.

De schade; geen eigen schuld
5.6.

Voor zover het Land heeft betoogd dat de schade voor rekening van [eiseres] dient te blijven omdat zij eigen schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval, gaat het gerecht daaraan voorbij. Het Land heeft zijn stelling ter zake onvoldoende gemotiveerd. Vaststaat dat er geen toedrachtonderzoek heeft plaatsgevonden, zodat de door het Land gestelde mogelijke scenario’s voor het omvallen van de muur enkel zijn gebaseerd op giswerk. Dat is onvoldoende om de schade (deels) voor rekening van [eiseres] te laten. Het gerecht neemt aan dat de toedracht van het ongeval was zoals hiervoor onder 2 e) omschreven.

Deskundigenberichten
5.7.

Eerder in deze procedure heeft het gerecht deskundigen benoemd om zich mede aan de hand van de door [eiseres] gestelde posten te laten voorlichten over de omvang van de door [eiseres] geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval.

De schade; medische gevolgen
5.8.

Om duidelijkheid te krijgen over de medische gevolgen van het ongeval zijn vragen gesteld aan revalidatiearts Zahavi. Zahavi heeft zijn bevindingen vastgelegd in zijn rapport van 22 november 2021.Daarinstaat onder meer het volgende:

[[eiseres]] heeft regelmatig last van spasme van de benen. Vooral in de nachtelijke uren. Betrokkene kan de benen niet actief bewegen.Mictie: intermitterend katheteriseren vier tot vijf keer per dag. Incontinent tussendoor. Soms passagegevoel. Geen vullingsgevoel. Herhaaldelijk last van urineweginfecties (één tot twee keer per maand).(…)

Betrokkene krijgt hydrotherapie drie tot vier keer per week (dit om de circulatie en beweeglijkheid van de benente onderhouden evenals het spasme te verminderen) evenals fysiotherapie één keer per week (massagerekoefeningen en doorbewegen).

Rijdt haar rolstoel zelfstandig. (…)Hulp bij transfers om in en uit de auto te komen evenals de po/badstoel.(…)

Eten en drinken zelfstandig. Redelijk zelfstandig aan en uitkleden behoudens aantrekken van schoenen en BH. Heeft ook hulp nodig om een broek aan te trekken. Hulp bij het douchen, transfers in de badkamer naar douchestoel en toilet, wassen en drogen van haar achterlichaam en benen. Hulp bij het proces van defecatie en afvegen tijdens het toiletbezoek. (…)

Door de afwezige functies van de onderste extremiteiten is betrokkene niet in staat om te staan, lopen, rennen, traplopen, klimmen, klauteren, knielen, hurken of te kruipen (volledig beperkt).Door de beperkte rompbalans is het zitten zonder steun, het gebogen werken, buigen of torderen matig tot sterk beperkt.(…)

Door de gevoelsstoornissen van de onderste extremiteiten is de tolerantie voor koude en warmte (verstoorde temperatuur regulatie) evenals de vibratiebelasting matig tot sterk beperkt. (…)

Verslechtering kan verwacht worden op gebieden van darm- en blaasfunctie, contracturen en toename van de onderste extremiteiten, ontwikkelen van overbelasting verschijnselen van de bovenste extremiteiten evenals ontwikkelen van decubituswonden. (…)

De soort [paramedische] behandeling is het onderhoud van de beweeglijkheid van de onderste extremiteiten om spierverkortingen evenals contracturen te voorkomen, het inhiberen/verlagen van de spasticiteit indien deze aanwezig is en het behoud van de algehele motorische functies/mobiliteit evenals ADL-functies. Deze behandelingen hebben ook vaak voordelige effecten zoals het verbeteren van de cardiovasculaire status, het verbeteren van de blaas- en darmfuncties, het voorkomen van complicaties zoals decubitus wonden en trombose en het verbeteren van de psychische gesteldheid.

Naar mijn mening bestaat bij betrokkene een duidelijke indicatie voor hydrotherapie. (…) Bij een patiënt met een dwarslaesie is vaak watertherapie een geschikte methode om lichamelijk actief te blijven. (…)

Technisch gezien is betrokkene in staat om een aangepaste auto te rijden gezien de goede functie van haar armen en handen evenals haar cognitieve vermogens. Betrokkene zal echter hulp nodig hebben voor het uitvoeren van de transfers in en uit de auto of betrokkene dient in het bezit te zijn van een aangepaste auto om de transfers te vergemakkelijken of met de mogelijkheid dat betrokkene met een rolstoel de auto kan binnentreden tot achter het stuurwiel. (…)

De schade: functionele en financiële gevolgen
5.9.

Deskundige Dons was belast met een onderzoek naar de functionele mogelijkheden van [eiseres], een arbeidsdeskundig onderzoek en een berekening van kosten en schade. In haar deskundigenrapport van 1 mei 2022 is onder meer het volgende opgenomen:

Betrokkene is sedert het ongeval rolstoel gebonden dit heeft als gevolg dat zij:

 niet in staat is zich zelfstandig te verplaatsen, zij is voor vervoer afhankelijk van haar partner

 niet in staat is voor haar huishouden te zorgen

 dagelijks zorg nodig heeft van anderen (vnl. haar partner)

 niet meer in staat is arbeid te verrichten (theoretisch 50%)

(…) Betrokkene is niet in staat tot het verrichten van enige fysieke arbeid/taken in en rondom haar huis. (…)

Betrokkene was een actieve en zelfstandige vrouw. Zij werkte (tot eind januari 2014) nog fulltime en had de optie om haar werkzame leven met tenminste 3 jaar te verlengen. (…) tevens deed zij haar huishouden en hield zij haar tuin bij.

Voor sociale activiteiten is betrokkene afhankelijk van vervoer. Het aanbod om langer door te werken is ingetrokken daar haar werkgever geen passende werkplek kon aanbieden. (…)

Betrokkene is in theorie in staat om 50% van de maatgevende arbeid te verrichten en derhalve nog 50% van haar maatgevende loon te verdienen. Echter in de praktijk is dit moeilijk te verwezenlijken daar zij vervoersafhankelijk is, de werkplek rolstoel toegankelijk moet zijn en de sanitaire ruimte geschikt voor rolstoelgebruikers. (…)

Gezien de jonge leeftijd dat ambtenaren, tot recentelijk, met pensioen gaan op Curaçao gebeurt het wel vaker dat zij langer doorwerken op contract basis. Zeker ambtenaren met specialistische functies waarbij er onvoldoende geschikte kandidaten zijn op het eiland om het te vervangen.

Indien de werkplek aangepast zou kunnen worden (gebouw, werkplek en sanitaire ruimte rolstoel toegankelijk/geschikt) zou betrokkene 4 uur per dag, 20 uur per week de maatgevende arbeid kunnen verrichten.(…)

Op basis van de gekregen informatie [bedragen de kosten van watertherapie] Naf. 110,- per sessie. Betrokkene krijgt 2 a 3 sessies per week.(…)

De woning is, deels, aangepast maar helaas voldoen deze aanpassingen niet om betrokkene zelfredzamer te maken. (…)Het uitgangspunt van mijn advies is dat mevrouw geheel zelfstandig moet kunnen functioneren, zonder enige hulp van haar man. Alle aanpassingen die

worden voorgesteld zijn daarop gericht. (…)

Hiervoor zijn er een aantal bouwkundige aanpassingen nodig, waarvan de vergroting van de badkamer reeds bekend is. Maar ook de keuken dient te worden vergroot aangezien bij rolstoel gebruikers alles naast elkaar dient te worden geplaatst en er dus een lineaire positionering moet zijn van alle functies. Er kan bijvoorbeeld geen sprake zijn van een koelkast met freezer boven op, het moet allemaal op zithoogte bereikbaar zijn. Evenzo alle levensmiddelen opslag, kookpitten, microwave, wasmachine, droger etc etc. Dit vergt een compleet andere opzet dan nu is gehanteerd. (…)

Om in huis de situatie aan te passen naar haar mogelijkheden zodat ze zo veel mogelijk wel zelf kan enerzijds en de professionals op fatsoenlijke wijze mw kunnen verzorgen anderzijds.Daarvoor is nodig: Thuiszorg

 Ochtendzorg (…)

 Tussen de middag (…)

 Eind van de middag (…)

 Avondzorg (…)

 In case mw alleen thuis is en zorg nodig heeft (…)

Aangezien betrokkene fysiek niet in staat is huishoudelijke taken uit te voeren wordt 3 keer per week 4 uur per dag huishoudelijke hulp geadviseerd. (…)

Voor betrokkene is het onmogelijk om aan het sociale leven deel te nemen zonder adequaat vervoer. Een rolstoel auto/busje is derhalve geïndiceerd. (…)

Inkomsten derving als gevolg van het ongeval.

(…) De werkgever kon haar geen passende werkplek aanbieden, daar het pand niet, voldoende, toegankelijk is voor rolstoelgebruikers en ook de sanitaire ruimtes niet geschikt zijn. Om bovengenoemde reden is er sprake van inkomsten derving voor een periode van tenminste 3 jaar:36x Naf 7.648,- = Naf 275.328,-(…) Betrokkene verdiende Naf 7.648,- bruto per maand excl. Emolumenten. (…)Als betrokkene niet invalide was geworden door het ongeval had zij zeer waarschijnlijk ook langer dan het reeds aanvaarde aanbod van 3 jaar kunnen doorwerken.

Berekening kosten t.o.v. levensverwachting

*Alle kosten in de begroting zijn berekend voor een periode van 15 jaar (huidige leeftijd 68- levensverwachting 83) (…)TOTAALANG 2.380.441,14.

De schade, omvang
5.10.

Uit de door de deskundigen uitgebrachte rapportages blijkt dat het ongeval tot blijvend zwaar lichamelijk letsel heeft geleid. [eiseres] heeft een dwarslaesie opgelopen, waardoor de onderste helft van haar lichaam verlamd is en zij voor de rest van haar leven aan een rolstoel gebonden zal zijn. Dit heeft niet alleen consequenties voor haar loonvormende arbeid gehad, maar ook voor haar alledaagse activiteiten en hobby’s. Uit de rapportage van deskundige Zahavi volgt ook dat op termijn een verslechtering is te verwachten.
5.11. [

eiseres] heeft de begroting van de omvang van haar schade naar aanleiding van de deskundigenberichten aangepast.
5.12.

In onderstaand overzicht zijn de door haar opgevoerde schadeposten en gevorderde bedragen opgenomen, met, in de laatste kolom, de door het gerecht in beginsel gegrond geoordeelde bedragen. In beginsel, want het gaat bij een groot deel van de schade om schade die [eiseres] in de toekomst, tot haar 83ste levensjaar, zal lijden. Uit het deskundigenbericht en uit de stellingen van partijen blijkt niet dat is berekend op welk bedrag deze toekomstige schade uitkomt als deze nu contant wordt gemaakt. Een actuariële berekening ontbreekt. Het Land heeft in zijn laatste akte wel verzocht te bepalen dat – vanwege de krappe financiën van het Land – het Land de schadevergoeding niet ineens hoeft te betalen maar gespreid over de toekomst, maar dat komt het gerecht voor alle partijen onwenselijk voor. Partijen zullen zich bij akte kunnen uitlaten – bij voorkeur uiteraard na onderling overleg en na op dit punt bereikte overeenstemming – over de wijze waarop de toekomstige schade volgens hen contant moet worden gemaakt en in welk bedrag dat resulteert, uitgaande van de hierna volgende beoordeling van de (on)gegrondheid van de door [eiseres] opgevoerde schadeposten.

Schadepost

Gevorderd bedrag

(NAf)

Gegrond, met dien verstande dat waar relevant de genoemde bedragen zullen worden verlaagd na contantmaking als hiervoor bedoeld

(NAf)

Kosten aangepaste auto

66.411

25.000

(zie overwegingen hierna)

Aanpassing woning en voorzieningen dagelijks leven

184.390

112.235

(zie overwegingen hierna)

Hulpmiddelen zorg

42.099

42.099

(conform deskundige)

Veraangenamingskosten

7.850

7.850

(onbetwist)

Transportkosten

3.170

3.170

(onbetwist)

Verpleegkundige hulp- mantelzorg/huishoudelijke hulp/therapie

2.197.004

2.197.004

(conform deskundige, zie overwegingen hierna)

Verlies zelfwerkzaamheid bijstand moeder

14.300

0

(zie overwegingen hierna)

Netto-verlies arbeidsvermogen

373.932

373.932

(zie overwegingen hierna)

Netto gederfde huurinkomsten

121.150

0

(zie overwegingen hierna)

Diverse kosten

11.465

11.465

(onbetwist)

Meerkosten eten afhalen

11.862

11.862

(onbetwist)

Immateriële schade

430.000

100.000

(zie overwegingen hierna)

Verschenen schade

62.013

0

(zie overwegingen hierna)

Buitengerechtelijke kosten

80.407

pro memorie
5.13.

Bij de in het overzicht opgenomen gegrond geoordeelde bedragen sluit het gerecht zich in de eerste plaats aan bij de bevindingen en conclusies van de beide deskundigen en de berekeningen door deskundige Dons. De desbetreffende schadeposten en de daarmee samenhangende bedragen zijn door het Land niet of onvoldoende gemotiveerd betwist. Dat geldt ook voor de door [eiseres]gevorderde schadeposten die door de deskundige niet zijn beoordeeld of waarvan het bedrag uitgaat boven de begroting door de deskundige. Voor zover de door [eiseres] gevorderde schadeposten niet of niet geheel gegrond worden geacht, geldt dat zij dat deel van haar vordering in het licht van de betwisting door het Land en de bevindingen van de deskundigen onvoldoende heeft onderbouwd.
5.14.

Ten aanzien van een aantal van de schadeposten wordt in aanvulling op het voorgaande nog het volgende overwogen.

– Aanpassing woning en voorzieningen dagelijks leven

Beide deskundigen achten het noodzakelijk dat [eiseres] zich zelfstandig kan bewegen in en rondom de woning. Om dit te bereiken moet de woning verder worden aangepast. De door de echtgenoot van [eiseres] reeds aangepaste badkamer is nog steeds te krap. Dons heeft de aanpassingskosten begroot op NAf 90.340,25.

Ook de kosten van de aangeschafte/nog aan te schaffen airco’s en de kosten voor het gebruik daarvan dienen door het Land vergoed te worden. De woning van [eiseres] was vóór het incident niet voorzien van airco’s, maar nu is zij aan een rolstoel gebonden en deels verlamd, terwijl zij volgens deskundige Zahavi door het ongeval ook een problematische warmteregulatie heeft. Airconditioning is voor [eiseres] dus, anders dan voor het ongeval, als een noodzaak en niet als (overbodige) luxe te beschouwen. De kosten van airconditioning zijn in redelijkheid toe te rekenen aan de onrechtmatige daad van het Land. Gelet evenwel op het verweer van het Land over het aantal airco’s en het (daardoor) te hoog berekende energieverbruik, zal het door [eiseres] op dit punt gevorderde bedrag slechts voor de helft worden aanvaard (waarbij ook op dit punt een berekening van de contante waarde zal moeten volgen).

– Kosten aangepaste auto

Als gevolg van het ongeval is [eiseres] niet meer in staat om zich zelfstandig te verplaatsen. Daarvoor is zij afhankelijk van andere mensen. Om de transfers te vergemakkelijken heeft [eiseres] volgens beide deskundigen een aangepaste auto nodig. De verwachting van de deskundigen is dat zij tot haar 80ste in staat zal zijn om deze aangepaste auto zelf te besturen. Dons heeft de kosten voor de aanschaf van een aangepaste auto bij Autocity begroot op NAf 66.411. Het Land heeft echter op goede grond aangevoerd dat de kosten van een (andere) auto niet volledig aan het ongeval zijn toe te schrijven. Het gaat om het verschil in kosten tussen een auto die aangepast kan worden en aangepast is voor gebruik door [eiseres] en de kosten van een auto die zij normaalgesproken, zonder het ongeval, zou hebben gehad. Het gerecht begroot deze meerkosten op NAf 25.000.

– Verpleegkundige hulp- en mantelzorg, huishoudelijke hulp en therapie

Sinds het ongeval is [eiseres] ook voor haar persoonlijke verzorging afhankelijk van anderen. Zo heeft zij onder meer hulp nodig bij het aankleden en het douchen. In de periode na het ongeval deed haar – inmiddels in 2022 overleden – echtgenoot alles voor haar. Ook de huishoudelijke taken heeft de echtgenoot van [eiseres] op zich genomen.Voldoende is gebleken dat [eiseres] vóór het ongeval in een normale gezondheid verkeerde en zonder beperkingen leefde. Zij was in staat voor zichzelf te zorgen en de huishoudelijke taken werden door haarzelf verricht. Een voldoende gemotiveerde betwisting van het Land is uitgebleven.

Ten aanzien van de watertherapie is van belang om te vermelden dat zowel Dons als Zahavi hebben geadviseerd om deze voort te zetten. Watertherapie is een geschikte methode om lichamelijk actief te blijven en verdere verslechtering van de gezondheid tegen te gaan. [eiseres] betaalt de kosten van watertherapie en fysiotherapie zelf, omdat zij het maximum aantal behandelingen per jaar dat door de Basisverzekering Ziektekosten wordt vergoed heel snel overschrijdt. Gelet hierop zal dan ook voorbij worden gegaan aan het standpunt van het Land dat de kosten door de Sociale Verzekeringsbank gedekt zouden moeten worden.

Deskundige Dons heeft de kosten voor verpleegkundige hulp- en mantelzorg, huishoudelijke hulp en therapie voor de rest van de verwachte levensduur van [eiseres]begroot op NAf 2.197.004. Een voldoende gemotiveerde betwisting van het Land is uitgebleven, waardoor van dit bedrag – maar dan contant gemaakt – zal worden uitgegaan.

– Verlies zelfwerkzaamheid bijstand moeder

[eiseres] hielp haar moeder, maar was daartoe na het ongeval niet meer in staat. Daardoor heeft [eiseres]s moeder kosten moeten maken. Het gevorderde bedrag van NAf 14.300 zal worden afgewezen. Het gaat hier om verzorgingskosten die ten behoeve van de moeder van [eiseres] zijn gemaakt, niet ten behoeve van [eiseres] zelf. Dit is naar het oordeel van het gerecht niet als voor vergoeding in aanmerking komend verlies van zelfwerkzaamheid aan te merken, ook niet als [eiseres] de desbetreffende kosten voor haar rekening heeft genomen. Het gevorderde bedrag zal daarom bij het eindvonnis worden afgewezen.

– Netto verlies arbeidsvermogen

Dons heeft gerapporteerd over de mogelijkheden tot werkhervatting. Weliswaar wordt [eiseres] slechts voor 50% arbeidsongeschikt beschouwd voor de maatgevende arbeid, maar in de praktijk is en blijft het moeilijk om haar in te zetten op werk. [eiseres] is rolstoelafhankelijk, waardoor het gebouw waarin zij haar werkzaamheden moet verrichten rolstoeltoegankelijk en rolstoelvriendelijk moet zijn. [eiseres]s voormalig werkgever de belastingdienst (dus het Land) heeft die voorzieningen niet kunnen bieden. Dat [eiseres], zoals het Land stelt, haar schade had kunnen beperken door 50% te gaan werken, is dan ook vooral theoretisch, niet realistisch.

Volgens Dons had [eiseres] zonder ongeval (net zoals enkele van haar collega’s hebben gedaan) tot zes jaar na haar pensioen kunnen doorwerken. De schade baseert Dons echter op de verlenging van de arbeidsverhouding met de belastingdienst op contractbasis (3 jaar/salarisslip periode 8-2013). Zij komt uit op een brutobedrag van NAf 275.328. [eiseres] heeft een nieuwe berekening gemaakt (zes jaar/salarisslip januari 2014). Zij komt uit op een nettobedrag van NAf 373.932. Een voldoende gemotiveerde betwisting van deze schadepost zijdens het Land is uitgebleven. Het gevorderde bedrag zal worden toegewezen.

– Netto gederfde huurinkomsten

Het gevorderde bedrag van NAf 233.280 zal worden afgewezen. [eiseres] stelt dat eenbouwproject aan de Seru Loraweg door het ongeval een vertraging van drie jaar heeft opgelopen, waardoor zij en haar man huurinkomsten over de periode van drie jaar hebben misgelopen.

In 2014 was de bouw van de appartementen nog niet aangevangen. Het is ook niet duidelijk of dit zonder het ongeval het geval zou zijn geweest. Daarnaast staat niet vast dat de appartementen zouden zijn verhuurd, zoals door [eiseres] gesteld. Het een en ander is te onzeker en te ver verwijderd om te spreken van schade als gevolg van het ongeval. Daarom zal het gevorderde bedrag bij het eindvonnis worden afgewezen.

– Immateriële schade (smartengeld)

[eiseres] heeft als gevolg van het ongeval een dwarslaesie opgelopen, waardoor zij voor de rest van haar leven aan een rolstoel gebonden zal zijn. Sinds het ongeval staat het leven van [eiseres] deels in het teken van het voorkomen van doorligwonden en doorzitwonden en voor haar persoonlijke verzorging is zij afhankelijk van anderen. Dit terwijl [eiseres] voor het ongeval een zelfstandige, werkzame vrouw was, die deed aan sport en sociaal actief was. Kortom, het ongeval heeft het leven van [eiseres] ingrijpend veranderd.

Immateriële schade heeft een hoogstpersoonlijk karakter. Het gaat daarbij om een vergoeding die naar zijn aard bestemd is om te dienen als genoegdoening en compensatie voor het leed – zoals pijn, verdriet en gederfde levensvreugde – dat een slachtoffer heeft ondergaan.

Beide partijen hebben voor de begroting van de immateriële schade verwezen naar een aantal uitspraken, waarbij sprake is van uiteenlopende feiten en omstandigheden. [eiseres] komt tot een smartengeld van NAf 430.000, terwijl het Land eerder een bedrag tussen de NAf 94.538 en NAf 110.526 aangewezen voorkomt.

Het gerecht acht, gelet op alle omstandigheden van dit specifieke geval en gelet op de bedragen die hier te lande in enigszins vergelijkbare zaken zijn toegewezen, een bedrag van NAf 100.000 aan immateriële schade, billijk en passend.

– Verschenen schade

[eiseres] vordert een vergoeding van NAf 1.213 voor verpleegkundige hulp die gedurende vier maanden aan haar is verleend. Voorts vordert [eiseres] een vergoeding van NAf 44.800 voor de mantelzorg die vanaf 1 november 2014 tot en met 30 november 2017 is verleend door haar echtgenoot. Ten slotte vordert [eiseres] een vergoeding van NAf 16.000 voor huishoudelijke hulp. Het totaalbedrag van NAf 62.013,40 zal bij het eindvonnis worden afgewezen, omdat dit bedrag wordt geacht inde overige toegewezen schadeposten, in het bijzonder de post van NAf 2.197.004 voor verpleegkundige hulp- mantelzorg/huishoudelijke hulp/therapie,te zijn inbegrepen.

– Buitengerechtelijke kosten

Debeoordeling van de schade terzake buitengerechtelijke kosten (de kosten die zijn gemaakt ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte) zal worden aangehouden totdat eindvonnis kan worden gewezen.

Belastinggarantie
5.15. [

eiseres] vordert een belastinggarantie. Zij heeft echter onvoldoende toegelicht dat zij belang heeft bij haar vordering terzake en dat, niettegenstaande het feit dat het hier om schadevergoeding gaat voor (onder meer) gederfde netto-inkomsten, een reële verwachting bestaat dat zij in verband met het toe te wijzen bedrag voor de inkomstenbelasting zal worden aangeslagen. Dat een belastinggarantie gebruikelijk zou zijn, zoals [eiseres] stelt, is in dit verband onvoldoende. Dit betekent dat deze vordering bij het eindvonnis zal worden afgewezen.

Voorschot
5.16.

Zoals hiervoor onder 5.12 overwogen, zullen partijen zich bij akte kunnen uitlaten over de contante waarde van de toekomstige schade. Gelet evenwel op de lange duur van deze procedure zal bij dit vonnis alvast een (nader) voorschot aan [eiseres] worden toegewezen op de in deze bodemzaak toe te wijzen schade. Dit voorschotbedrag zal worden bepaald op NAf 250.000.
6 De beoordeling in de vrijwaringszaak
6.1.

De vordering van het Land tegen [gedaagde in vrijwaring] zal bij het te wijzen eindvonnis worden afgewezen, met veroordeling van het land in de proceskosten. Ter toelichting dient het volgende.
6.2.

Artikel 6:174 BW bepaalt (onder meer) dat de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, aansprakelijk is wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, tenzij aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.
6.3. [

gedaagde in vrijwaring] is door erfopvolging in 2011 eigenaar geworden van de opstal. Het incident heeft in2014 plaatsgevonden en in 2016 heeft hij de opstal verkocht.Als eigenaar van de opstal in de periode tussen 2011 en 2016 wordt [gedaagde in vrijwaring] in beginsel geacht bekend te zijn geweest met de situatie waarin de opstal verkeerde.
6.4.

De vraag die nu voorligt is of [gedaagde in vrijwaring] in de onderlinge verhouding jegens het Land gehouden is bij te dragen in de door het Land aan [eiseres] te vergoeden schade (artikel 6:102 BW).
6.5.

Het gerecht beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
6.6.

In verband met de carnavalsoptocht die in 2014 plaats zou vinden, heeft het Land een inspectierapport laten opmaken. In het rapport werd onder meer opgenomen dat de erfscheiding van het perceel gelegen aan de Schottegatweg-West 83 ieder moment kon omvallen en dat deze grondig geïnspecteerd en waar nodig gerepareerd moest worden. Het Land heeft desondanks nagelaten passende maatregelen te treffen, met de al bekende gevolgen van dien.Weliswaar was [gedaagde in vrijwaring] ten tijde van het ongeval de eigenaar van de gebrekkige opstal, maar het had op de weg van het Land – het Land is namelijk verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en daarnaast is het algemeen bekend dat het publiek tijdens carnaval de openbare weg en aangrenzende percelen gebruikt om op te staan, te zitten en te dansen –gelegen om na kennisname van de inhoud van het rapport zelf passende maatregelen te treffen of om [gedaagde in vrijwaring] te benaderen met het verzoek om een einde te maken aan de gevaarlijke situatie op die plek. Dat het Land [gedaagde in vrijwaring]voorafgaand aan de optocht heeft benaderd of heeft geprobeerd te contacteren is gesteld noch gebleken. Hier komt nog bij dat [gedaagde in vrijwaring] naar hij onweerspoken heeft aangevoerd al jaren in Suriname woonde en dat hij niet wist dat er een optocht plaats zou vinden.Het Land kan [gedaagde in vrijwaring] onder deze omstandigheden niet tegenwerpen dat hij niet uit zichzelf maatregelen heeft getroffen of dat hij als opstaleigenaar verantwoordelijk is voor het instorten van de muur.
6.7.

Met inachtneming van het voorgaande is [gedaagde in vrijwaring] jegens het Land niet gehouden om (een deel van) de nadelige gevolgen van de veroordeling van het Land in de hoofdzaak te dragen.
6.8.

De beslissing in deze vrijwaringszaak zal worden aangehouden totdat ook in de hoofdzaak verder kan worden beslist.
7 Beslissing

Het gerecht:

in de hoofdzaak
7.1.

veroordeelt het Land tot betaling aan [eiseres] ten titel van voorschot het bedrag van NAf 250.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na heden tot de dag der algehele voldoening;
7.2.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.3.

verwijst de zaak naar de rol van maandag 24 april 2023 voor akte na tussenvonnis aan de zijde van beide partijen;
7.4.

bepaalt dat partijen vervolgens op een door de rolrechter te bepalen datum een antwoordakte zullen kunnen nemen;
7.5.

houdt iedere verdere beslissing aan;

in de vrijwaringszaak
7.6.

houdt iedere beslissing aan totdat in de hoofdzaak verder kan worden beslist.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curacao, bijgestaan door mr. M.D.M. Connor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2023.

Publicatie datum: 7 april 2023 13:12:42
Bron: Bekijk

Terug