Aarts advocatuur

Verlengde Velmolen 2A
Postbus 64, 5400 AB te Uden

T(0413) 24 31 21
F(0413) 24 31 22
Einfo@aarts-advocatuur.nl

Letselschade

Nieuws

Exploitant van speedboot aansprakelijk voor letsel van passagier die tijdens bootexcursie op open zee bij een onverwacht harde golf zittend op de voorsteven hard op de boot neerkomt, omdat de speedboot met een aanzienlijk tempo voer waardoor golven op voorsteven klapten.

Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR20200536

Vonnis d.d. 28 maart 2022

inzake

in de hoofdzaak

[EISER IN DE HOOFDZAAK],

wonende in Curaçao,

eiser in de hoofdzaak,

gemachtigde: mr. L.G.I. Voigt,

tegen
1 [GEDAAGDE SUB 1 IN DE HOOFDZAAK], h.o.d.n. GO FAST WATERSPORT,
2. [GEDAAGDE SUB 2 IN DE HOOFDZAAK],

wonende in Curaçao,

gedaagden in de hoofdzaak,

gemachtigde: mr. S.I. Da Costa Gomez,

en als gevoegde partij aan de zijde van gedaagde

3. de naamloze vennootschap National General Insurance Corporation N.V. (Nagico)

gevestigd in Curaçao,

gevoegde partij in de hoofdzaak,

gemachtigde: mr. A.F. Kuster

in de vrijwaring

1. [GEDAAGDE SUB 1 IN DE HOOFDZAAK], h.o.d.n. GO FAST WATERSPORT,
2. [GEDAAGDE SUB 2 IN DE HOOFDZAAK],

wonende in Curaçao,

eisers in de vrijwaring,

gemachtigde: mr. S.I. Da Costa Gomez,

tegen

de naamloze vennootschap National General Insurance Corporation N.V. (Nagico)

gevestigd in Curaçao,

gedaagde partij in de vrijwaring,

gemachtigde: mr. A.F. Kuster

Partijen zullen hierna [eiser in de hoofdzaak], Go Fast (gezamenlijk in vrouwelijk enkelvoud), en afzonderlijk [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en Nagico worden genoemd.
1 Het procesverloop
1.1.

Het procesverloop in de hoofdzaak en de vrijwaring blijkt uit:

De conclusie van antwoord in de vrijwaring;

het vonnis in het incident d.d. 9 november 2020;

de conclusie van antwoord zijdens Go Fast;

de conclusie van antwoord zijdens Nagico;

de mondelinge behandeling d.d. 10 februari 2021;

de pleitaantekeningen van [eiser in de hoofdzaak];

de akte indiening stukken zijdens [eiser in de hoofdzaak];

de akte uitlating stukken zijdens Go Fast;

de akte uitlating stukken zijdens Nagico.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft op 10 februari 2021 plaatsgevonden in aanwezigheid van partijen. [Eiser in de hoofdzaak] is verschenen middels zijn gemachtigde voornoemd, samen met zijn collega [naam 1]. Go Fast is verschenen deugdelijk vertegenwoordigd door [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak], samen met hun gemachtigde voornoemd. Nagico is verschenen bij haar gemachtigde voornoemd. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen hun wederzijdse standpunten (nader) uiteengezet, [eiser in de hoofdzaak] aan de hand van door hen overgelegde pleitaantekeningen.
1.3.

Tijdens de mondelinge behandeling is zijdens [eiser in de hoofdzaak] nader toegelicht dat hij heeft bedoeld de vordering te hebben ingesteld tegen de vervoerder [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak] handelende onder de naam Go Fast en niet tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] afzonderlijk in persoon, optredende als bestuurder van de boot. In het vervolg van de procedure zal dan ook naar gedaagde worden verwezen in hoedanigheid van de vervoerder Go Fast. De vordering jegens [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] wordt afgewezen nu hij geen eigenaar is van Go Fast.
1.4.

De vrijwaringszaak is op verzoek van partijen aangehouden in afwachting van de hoofdzaak.
1.5.

Vonnis is (nader) bepaald op heden.
2 De feiten
2.1.

Go Fast is een eenmanszaak waarvan [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak] de eigenaresse is. Go Fast voert speedboottochten langs de kust van Curaçao uit. Tijdens deze dagexcursies wordt gebruik gemaakt van een powerboot (Rigid Inflatable Boat (RIB)). [Gedaagde sub 1 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] treden wisselend op als schipper.
2.2.

Nagico is de aansprakelijkheidsverzekeraar van Go Fast.
2.3.

Op 23 januari 2019 is [eiser in de hoofdzaak] een ongeval overkomen op zee ter hoogte van Mambo Beach terwijl hij samen met zijn vijf broers deelnam aan een excursie van Go Fast. [Gedaagde sub 1 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] waren tijdens de excursie beiden op de boot aanwezig.
2.4. [

[Eiser in de hoofdzaak] heeft als gevolg van het ongeval een dwarslaesie opgelopen. Hij kampt als gevolg daarvan met lichamelijke klachten en beperkingen.
2.5.

Bij brief van 16 april 2019 heeft [eiser in de hoofdzaak] Go Fast aansprakelijk gesteld voor de schade en gevolgen van het ongeval op de powerboot van Go Fast, omdat de schade is ontstaan door het tijdens het varen hard, in zittende houding, neerkomen op de boot.
2.6.

Sedgwick heeft in opdracht van Nagico onderzoek gedaan naar de oorzaak van het ongeval. In het rapport van 12 augustus 2019 concludeert Sedgwick met betrekking tot de oorzaak van de schade, het volgende:

“Op basis van de beschikbare informatie is het hierboven vermelde ongeval het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waarbij tijdens het met rustige snelheid varen van de speedboot tegen de zeestroming en de passaatwind in, een golf onverwacht tegen de boeg sloeg en belanghebbende daardoor ongelukkig op de boot terecht kwam.”
2.7.

Nagico heeft de aansprakelijkheid afgewezen.
2.8. [

[Eiser in de hoofdzaak] heeft Go Fast vervolgens in rechte betrokken. Go Fast heeft Nagico in vrijwaring opgeroepen. Nagico heeft zich vervolgens in de hoofdzaak gevoegd aan de zijde van Go Fast.
3 Het geschil

In de hoofdzaak
3.1. [

[Eiser in de hoofdzaak] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, dat het gerecht voor recht verklaart dat Go Fast jegens [eiser in de hoofdzaak] aansprakelijk is voor de door hem geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat, met veroordeling van Go Fast in de proceskosten.
3.2. [

[Eiser in de hoofdzaak] legt aan de vordering ten grondslag dat Go Fast onrechtmatig heeft gehandeld door:

geen veiligheidsinstructie te verstrekken en toe te staan dat [eiser in de hoofdzaak] op de voorsteven plaatsnam, terwijl Go Fast bekend was met de risico’s;

het naar omstandigheden met bovenmatige snelheid te varen, terwijl [eiser in de hoofdzaak] zich op het voorsteven van de boot bevond.

3.3.

Go Fast en Nagico hebben gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

In de vrijwaring
3.5.

Go Fast vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat Nagico wordt veroordeeld om aan Go Fast datgene te betalen waartoe Go Fast in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Nagico in de proceskosten van de vrijwaring.
3.6.

Nagico heeft geen bezwaar tegen de vrijwaring tenzij uit feiten en omstandigheden die in de hoofdzaak komen vast te staan c.q. als uitgangspunt gelden volgt dat aan een uitsluitingsgrond wordt voldaan waardoor er geen dekking is onder de polis.
3.7.

De vrijwaringszaak is in afwachting van de hoofdzaak aangehouden.
4 De beoordeling

in de hoofdzaak
4.1.

Het gaat in deze zaak om de vraag of Go Fast aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die [eiser in de hoofdzaak] lijdt als gevolg van het ongeval tijdens de bootexcursie op 23 januari 2019.
4.2.

Uit het verhandelde ter zitting volgt dat de feitelijke toedracht van het ongeval (hierna: het incident) niet in geschil is en als volgt was. [eiser in de hoofdzaak] is bij het uitvaren vanuit de haven bij Mood Beach met toestemming van Go Fast naar het voorsteven c.q. voordek van de boot gelopen en daar gaan zitten om video-opnamen te maken. Hij zat met zijn rug richting de zee en zijn gezicht in de richting van de inzittenden van de boot. De boot voer de zee op om in de richting van Jan Thiel baai te varen. Tijdens het varen heeft er zich een incident voorgedaan waarbij [eiser in de hoofdzaak] zijn nek en rug heeft gebroken.
4.3.

Partijen zijn het er over eens dat er tussen hen sprake is geweest van een overeenkomst van personenvervoer over zee. Aldus zal moeten worden beoordeeld of het incident is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of door een omstandigheid waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen (schuld) ex artikel 8:504 lid 1 BW. Dienaangaande rust op [eiser in de hoofdzaak] de stelplicht en bewijslast.

Schuld
4.4.

Samengevat maakt [eiser in de hoofdzaak] Go Fast de volgende verwijten:

a) Go Fast heeft geen veiligheidsinstructie verstrekt, althans [eiser in de hoofdzaak] niet gewezen op het gevaar dat zich kan voordoen indien een passagier tijdens de vaart de passagiersstoel verlaat, althans op het voordek plaatsneemt.

b) Go Fast heeft, ondanks dat er een passagier op het voorsteven zat, zijn snelheid onvoldoende aangepast aan de omstandigheden (de zeestroming, de passaatwind en de golfslag) van dat moment.
4.5.

Met betrekking tot de onder (a) en onder (b) gestelde verwijten wordt het volgende vooropgesteld. Vast staat dat het incident zich heeft voorgedaan op een moment dat Go Fast met de deelnemers had afgesproken rustiger te varen en aan [eiser in de hoofdzaak] was toegestaan om op het voorsteven van de boot te gaan zitten om te filmen. Op dat moment was er geen sprake van het uitvoeren van de hoofdactiviteit van Go Fast, te weten het op zeer hoge snelheid varen op open zee. Het gerecht acht dit een belangrijk uitgangspunt bij de beoordeling van de aansprakelijkheid. En wel om de volgende redenen. Bij het uitvoeren van de hoofdactiviteit dienen de deelnemers op hun (staande) zitplaats plaats te nemen, een actieve lichaamshouding aan te nemen en mee te bewegen met het ritme van de boot in verband met de krachten op het lichaam tijdens het varen. Gelet op de hoge snelheid op open zee en de krachten die daarmee gepaard gaan mogen deelnemers tijdens de activiteit de passagiersstoel niet verlaten. In dit geval was van het uitvoeren van de hoofdactiviteit afgezien omdat een van de deelnemers zich ongemakkelijk voelde bij de hoge snelheid. Afgesproken was dat er rustiger zou worden gevaren. Onder die omstandigheden kreeg [eiser in de hoofdzaak] toestemming om op het voorsteven plaats te nemen om te filmen. Het incident vond plaats na een ernstige of forse geweldsinwerking op de ruggengraat van [eiser in de hoofdzaak] tijdens het varen van de boot en terwijl [eiser in de hoofdzaak] zich nog op het voorsteven bevond.
4.6.

Ten aanzien van het verwijt onder (a) hebben partijen uitgebreid gedebatteerd over het al dan niet verstrekken van veiligheidsinstructies via internet en/of mondeling en over de inhoud van de al dan niet verstrekte veiligheidsinstructies. Het niet of onvoldoende geven van veiligheidsinstructies en waarschuwingen vóór aanvang van en met betrekking tot de activiteit, voor zover al juist (partijen verschillen van mening of, en zo ja welke instructies en waarschuwingen Go Fast heeft gegeven), is te algemeen om met het oog op het toetsingskader, schuld van Go Fast in dit specifieke geval aan te nemen. Voor zover [eiser in de hoofdzaak] Go Fast verwijt niet te hebben gewezen op het gevaar dat zich kan voordoen indien een passagier tijdens de activiteit de passagiersstoel verlaat kan het oordeel daarover achterwege blijven. Voor zover [eiser in de hoofdzaak] heeft bedoeld te stellen dat Go Fast hem niet heeft gewezen op de gevaren die zich konden voordoen toen hij op het voorsteven zat, heeft [eiser in de hoofdzaak] onvoldoende onderbouwd dat het incident een gevolg is van het achterwege laten van een veiligheidsinstructie door Go Fast op dit punt, en dus te wijten aan schuld van Go Fast. Zo heeft [eiser in de hoofdzaak] niet concreet gemotiveerd dat als hij was geïnformeerd over de gevaren in het geval van het plaatsnemen op het voorsteven, hij ondanks de verkregen toestemming op dat moment en gelet op de toezegging van Go Fast dat ze rustiger zouden gaan varen, niet op het voorsteven zou hebben plaatsgenomen, dan wel dat Go Fast met een dergelijke instructie het incident had kunnen vermijden c.q. voorkomen.
4.7.

Met betrekking tot het onder (b) gestelde verwijt wordt het volgende overwogen. Van een vervoerder/schipper mag worden verwacht dat hij, indien hij, zoals in het onderhavige geval, toestaat dat tijdens het varen een deelnemer op het voorsteven plaatsneemt, zich bewust is van de mogelijke gevaren en risico’s als gevolg daarvan en dat hij daarbij de nodige voorzichtigheid in acht neemt rekening houdende met de omstandigheden van dat moment.
4.8.

Go Fast stelt dat zij de vereiste voorzichtigheid in acht heeft genomen door rustig te varen – ongeveer 6/7 knopen –, toen [eiser in de hoofdzaak] zich op het voorsteven bevond. De normale snelheid van de boot zou bij het uitvoeren van de hoofdactiviteit ongeveer 45 knopen bedragen. Tegen de stroming in kon onder deze omstandigheden 25 knopen worden gehaald. Het was een rustige zee. Go Fast voerde de boot schuin door de golven om klappen van de golven te vermijden. Het incident heeft volgens Go Fast kunnen gebeuren omdat een golf de boeg omhoog deed komen, waardoor [eiser in de hoofdzaak] loskwam van het voorsteven en op het moment dat de tweede golf de boot omhoog duwde, kwam [eiser in de hoofdzaak] naar beneden. Go Fast had dit niet kunnen vermijden door aanpassing van de wijze waarop zij de boot bestuurde. Aldus betwist Go Fast – kort gezegd – dat zij, alle omstandigheden in aanmerking nemende, te hard of onvoorzichtig voer toen [eiser in de hoofdzaak] op het voorsteven zat. Het incident is volgens Go Fast een gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
4.9. [

[Eiser in de hoofdzaak] heeft ter onderbouwing van hetgeen zich volgens hem voorafgaande het incident heeft voorgedaan videobeelden die door [eiser in de hoofdzaak] zijn gemaakt, in het geding gebracht. Het gerecht heeft geen reden om aan de authenticiteit van die beelden te twijfelen. De beelden worden ook niet (gemotiveerd) door Go Fast betwist. Go Fast stelt dat de beelden een rustige zee, zonder witte koppen, laten zien. De boot vaart volgens Go Fast met een snelheid van maximaal 20 km/u (ongeveer 10 knopen) en gaat tijdens het varen omhoog en omlaag in een stabiel patroon, zonder dat hier sprake is van een gevaarlijke situatie.
4.10.

Het gerecht heeft de videobeelden bekeken. Op de videobeelden is te zien dat de boot rustig de haven bij Mood Beach uitvaart. Anders dan Go Fast stelt volgt uit de videobeelden dat de snelheid wordt opgevoerd als ze eenmaal ver genoeg op zee zijn om de tocht richting Jan Thiel voort te zetten. Op beelden is te zien en te horen dat de boot sneller gaat varen; het motorgeluid neemt toe, de boot beweegt sneller voorwaarts en het schuimspoor aan de zijkant en achterkant van de boot neemt toe. Voorts is zichtbaar en hoorbaar dat de boot snellere, met wisselende intervallen, klappen maakt op de golven die doorwerken in [eiser in de hoofdzaak] in die zin dat op de beelden zichtbaar is dat [eiser in de hoofdzaak] althans de camera op staccato-achtige wijze bewegingen omhoog, omlaag en zijwaarts maakt tijdens de hoorbare klappen. De video opnamen eindigen abrupt op het moment dat het incident plaatsvindt.
4.11.

De beelden worden bevestigd door de verklaringen van [eiser in de hoofdzaak] en zijn broers. [eiser in de hoofdzaak] heeft hierover het volgende verklaard:

“Ik loop voor naar de boot en ga zitten met de rug naar de zee gekeerd, zodat ik een video van de personen in de boot kan maken. Ik maak video’s en zie velen met een lach aan boord. Er was op dat moment geen enkel teken van gevaar of enig ongenoegen voor mij helder of zichtbaar. Na korte tijd merk ik dat de golfslag en de snelheid toeneemt. Ik word een aantal keer omhoog geworpen in zittende houding met de camera in de hand. Bij de laatste keer kom ik zo hard zittend op de boot terecht dat ik direct een schok voel en dat het niet goed zit. Het was een harde klap. Ik maak mondeling en doormiddel van handgebaren duidelijk aan de schipper ([gedaagde sub 2]) dat hij moet stoppen. Ik voel op dat moment dat ik, vanaf mijn navel naar beneden gezien, niets meer kan bewegen en heb extreme pijn.”

[naam 2] verklaart ook dat toen [eiser in de hoofdzaak] zich op het voorsteven bevond, de schipper tegen de afspraken in toch de snelheid van de boot opvoerde, dat de golfslag fors was en dat [eiser in de hoofdzaak] bij iedere golf een beetje omhoog werd geworpen. [eiser in de hoofdzaak] kwam weer neer op een moment dat de boot door een golf weer omhoog kwam. Deze tegengestelde krachten zag [naam 2] terugkomen in de klap waarmee [eiser in de hoofdzaak] neerkwam op het voorsteven van de boot toen het incident gebeurde.

[naam 3] verklaart dat er vrij rustig werd uitgevaren, maar dat de golfslag op zee gevoelsmatig hoger was dan aan de wal.

[naam 4] verklaart ook dat de schipper zijn snelheid opvoerde, tegen de afspraken in.

[naam 5] verklaart dat ze rustig de haven uitvoeren waarna de schipper de snelheid op zee omhoog schroefde. Eenmaal uit de haven voelde de golfslag ernstiger. Het springen van de boot werd in toenemende mate ernstiger en het vaartempo tussen vertrek uit de haven en het ongeluk was voor zijn gevoel toegenomen.
4.12.

Aldus volgt uit de videobeelden en de verklaringen dat Go Fast haar tempo heeft opgevoerd toen zij eenmaal op zee waren. Ondanks dat voldoende aannemelijk is dat de snelheid die normaal door Go Fast op open zee wordt gevaren niet is gehaald (noch werd nagestreefd op dat moment), was van rustig varen op enig moment geen sprake meer. Zij voeren met opgevoerde snelheid tegen de stroming en tegen de wind in. Er was sprake van een golfslag passend bij open zee, zonder witte koppen. [Eiser in de hoofdzaak] zat op dat moment op het voorsteven en maakte daarbij, voor Go Fast zichtbare, klappende bewegingen met het lichaam voordat en toen het incident plaatsvond.
4.13.

Het uitgangspunt van Sedgwick, waarop ook Go Fast zich baseert, dat het incident heeft plaatsgevonden toen er een golf onverwacht tegen de boeg sloeg op het moment dat de boot met rustige snelheid tegen de zeestroming en passaatwind in voer en waardoor [eiser in de hoofdzaak] ongelukkig op de boot terecht is gekomen, vindt geen steun in de beelden. De stelling dat Go Fast onder deze omstandigheden de golf die het incident zou hebben veroorzaakt niet kon vermijden, vindt derhalve evenmin steun in de beelden.
4.14.

Op grond van het voorgaande acht het gerecht bewezen dat de gevoerde snelheid op zee, mede gelet op de zeestroming, passaatwind en golfslag, heeft geleid tot snellere, met wisselende intervallen, klappen van het voorsteven van de boot op de golven. Die klappen hebben geleid tot een ernstige of forse geweldsinwerking op de ruggengraat van [eiser in de hoofdzaak], die zich op dat moment op het voorsteven bevond, met het incident en het letsel als gevolg. Dit was een voor Go Fast kenbaar gevaar gelet op haar kennis en ervaring met het varen op open zee en het zicht dat zij op dat moment op [eiser in de hoofdzaak] had. Go Fast had het gevaar als gevolg van het opvoeren van de snelheid onder voornoemde omstandigheden (letterlijk) kunnen zien en kunnen en moeten vermijden zolang [eiser in de hoofdzaak] op het voorsteven zat. Nu Go Fast dat niet heeft gedaan, is het gerecht van oordeel dat het incident dat het letsel van [eiser in de hoofdzaak] heeft veroorzaakt is te wijten aan schuld of van Go Fast als vervoerder. Go Fast is dus aansprakelijk voor de schade van [eiser in de hoofdzaak] als gevolg van het ongeval.
4.15.

Uit het voorgaande volgt dat de gevraagde verklaring voor recht kan worden toegewezen. Gelet op de aard en de ernst van het letsel is voldoende gebleken dat [eiser in de hoofdzaak] schade heeft geleden als gevolg van het ongeval. De verwijzing naar een schadestaatprocedure is eveneens toewijsbaar.
4.16.

Go Fast en Nagico zullen in de hoofdzaak als de in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk, nu Nagico zich gevoegd heeft aan de zijde van Go fast, worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiser in de hoofdzaak] worden begroot op:

– griffierecht NAf 7.500

– explootkosten NAf 359,15 en 359,15

– salaris advocaat NAf 3.125 (2,5 punten × tarief NAf 1.250,-)

– Totaal NAf 11.343,30
4.17. [

[eiser in de hoofdzaak] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak]. De kosten aan de zijde van [eiser in de hoofdzaak] worden begroot op nihil.

in de vrijwaring
4.18.

Nu Go Fast aansprakelijk is voor de schade van [eiser in de hoofdzaak] herleeft de vrijwaringsprocedure. Nu in de vrijwaring inhoudelijk niet verder is geprocedeerd, zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte uit te laten over de voortgang van de vrijwaringsprocedure. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol voor akte uitlating.
4.19.

Iedere verdere beslissing in de vrijwaring wordt aangehouden.
5 De beslissing

Het Gerecht:

In de hoofdzaak
5.1.

wijst de vordering tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] af;
5.2.

verklaart voor recht dat Go Fast aansprakelijk is voor alle schade die [eiser in de hoofdzaak] ten gevolge van het ongeval d.d. 23 januari 2019 heeft geleden en nog zal lijden;
5.3.

veroordeelt Go Fast tot vergoeding aan [eiser in de hoofdzaak] van de materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval d.d. 23 januari 2019, op te maken bij staat;
5.4.

veroordeelt Go Fast en Nagico hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in de hoofdzaak] tot op heden begroot op NAf 11.343,30;
5.5.

veroordeelt [eiser in de hoofdzaak] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] tot op heden begroot op nihil;
5.6.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.

wijst het meer of anders gevorderde af;

in de vrijwaring
5.8.

stelt Go Fast en Nagico in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de voortgang van de vrijwaringsprocedure;
5.9.

verwijst de zaak naar de rolzitting van 25 april 2022 voor een akte uitlating voortprocederen (P1) aan de zijde van Go Fast en aan de zijde van Nagico;
5.10.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en op 28 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Publicatie datum: 10 juni 2022 10:11:36
Bron: Bekijk

Terug