Nieuws
Deelgeschil: gast met achillespeesblessure valt bij afstapje in woning tegen gastvrouw aan, die hierdoor heup breekt. Gast aansprakelijk want val tegen gastvrouw was gevolg van lichamelijke tekortkoming. Geen ongelukkige samenloop van omstandigheden.
beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rekestnummer: C/19/114713 / HA RK 16-13
Beschikking van 24 januari 2017
in de zaak van
[verzoekster] ,
wonende te Valthe,
verzoekster,
advocaat mr. H. Vorsselman te Groningen,
tegen
1 [verweerder] ,
wonende te Emmen,
2. naamloze vennootschap
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verweerders,
advocaat mr. H. van Katwijk te Ermelo.
Partijen zullen hierna [verzoekster] , [verweerder] en ASR genoemd worden.
1 De procedure
- -het verzoekschrift met producties ter behandeling van een deelgeschil ex artikel 1019w Rv, ingekomen ter griffie op 9 mei 2016;
- -het verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 18 oktober 2016;
- -de brief met productie 19 (cd-rom met film) van mr. H. Vorsselman van 14 oktober 2016;
- -de mondelinge behandeling d.d. 1 november 2016;
- -de pleitnotities van mr. H. Vorsselman.
2 De feiten
3 Het deelgeschil
- te bepalen dat [verweerder] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [verzoekster] en aansprakelijk is voor de door [verzoekster] als gevolg van de handelwijze van [verweerder] op 27 september 2014 geleden en nog te lijden schade;
- [verweerder] en ASR te veroordelen de nog nader vast te stellen schade die [verzoekster] heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de handelwijze van [verweerder] op 27 september 2014 aan [verzoekster] te vergoeden;
- de kosten van deze deelgeschilprocedure te begroten op € 7.026,41 met veroordeling van [verweerder] en ASR tot betaling aan [verzoekster] van de kosten van deze procedure.
– [verweerder] koos er zelf voor om het feest te bezoeken kort nadat het gips verwijderd was, zonder zich er van te vergewissen dat hij zich adequaat kon verplaatsen;- [verweerder] was zich voorafgaand aan het ongeval al zeer bewust dat hij zeer
onstabiel ter been was. Hij en anderen verklaren immers dat hij die avond al
eerder bijna was gevallen;
– [verweerder] koos er in die wetenschap ten onrechte niet voor om zich te laten
ondersteunen tijdens de transfer van de tuin naar de schuur;
– [verweerder] droeg ongeschikt schoeisel;
– [verweerder] heeft er ten onrechte niet voor gekozen om gebruik te maken van
krukken, ondanks dat slechts drie dagen daarvoor gips verwijderd was;
– [verweerder] is onvoldoende oplettend geweest bij het betreden van de garage terwijl
hij de drempel voorafgaand aan het struikelen wel heeft waargenomen;
– [verweerder] heeft er ten onrechte voor gekozen om [verzoekster] te duwen om zo te
proberen om op de been te blijven;
– [verweerder] heeft [verzoekster] ten onrechte direct voorafgaand aan de val niet adequaat
gewaarschuwd;
– [verweerder] had na het struikelen andere keuzes kunnen (daar was, gelet op de
afstand tussen [verweerder] en [verzoekster] , meer dan voldoende tijd voor) en moeten
maken;
– [verweerder] had [verzoekster] niet plotseling mogen duwen terwijl [verzoekster] een dergelijke
duw niet verwachtte en ook niet behoefde te verwachten;
– Dat [verzoekster] letsel zou oplopen was voor [verweerder] voorzienbaar, althans hij had in
de gegeven omstandigheden ernstig tekening moeten houden met de kans op
(ernstig) letsel.
– [verzoekster] viel op een zeer harde ondergrond (plavuizen)
[verzoekster] voegt hier het volgende aan toe. Uit de verklaring van [verweerder] d.d. 13 november 2014 blijkt, dat [verweerder] welbewust ervoor heeft gekozen zichzelf op een ongelukkige wijze staande te houden om zijn achillespees te ontzien. De situatie leende zich temeer niet voor een dergelijk onvoorzichtig gedrag van [verweerder] , nu de gasten zich collectief verplaatsten van buitenshuis naar binnenshuis, in welke context extra voorzichtigheid was geboden. Eerder op de dag gedurende het feest kwam [verweerder] meerdere malen bijna ten val vanwege zijn achillespeesblessure, zodat hij zich bewust was van de risico’s en preventieve maatregelen geboden waren. [verweerder] heeft nagelaten een waarschuwing te geven tijdens zijn actie. Voorts heeft [verweerder] onvoldoende voorzichtigheid in acht genomen in het kader van zijn instabiliteit door slechts op stoffen/leren muilen te lopen en geen krukken gebruikt op het moment van het ongeval.
De handelwijze van [verweerder] (zowel het struikelen, als het hinken en het duwen van [verzoekster] ) is onder invloed van een lichamelijke tekortkoming verricht. [verzoekster] verwijst in dit kader naar een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 20 oktober 2015, in welke uitspraak het hof in een vergelijkbare situatie op basis van art. 6:165 lid 1 BW aansprakelijkheid heeft aangenomen.
[verweerder] en ASR, die gezamenlijk verweer voeren, betwisten het verzoek. Zij betwisten dat [verweerder] onrechtmatig heeft gehandeld. Als sprake is van een daad of handelen welke daad of handelen niet als onrechtmatig kan worden betiteld, maakt het feit dat die daad of dat handelen is verricht door een persoon die geestelijk of lichamelijk gehandicapt is niet dat de daad of het handelen dan (alsnog) als onrechtmatig dient te worden beschouwd.
Er is volgens [verweerder] en ASR slechts sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De primaire oorzaak van de valpartij was dat [verweerder] zijn evenwicht verloor als gevolg van het afstapje tussen twee ruimtes (een omstandigheid die gevaarzettend is). Het is een volstrekt menselijke reactie te trachten het evenwicht te herstellen. De wijze waarop dat gebeurt, is geen welbewuste afweging. [verweerder] en ASR voeren tenslotte verweer tegen de verzochte begroting van de kosten, zowel wat betreft het uurtarief als de bestede tijd.
4 De beoordeling
Ontvankelijkheid
Onrechtmatig handelen
Dit komt overeen met zijn schriftelijke verklaringen van 9 maart 2015 en 12 september 2016 waarin staat dat hij schrok toen hij het afstapje zag en door de schrik “de gang erin” kwam (producties 1 en 2 bij verweerschrift) en met zijn schriftelijke verklaring van 13 november 2014 waarin staat dat hij zijn achillespees wilde ontzien en om een val te voorkomen hinkend schuin naar voren is gegaan (productie 1 bij verzoekschrift). In de schriftelijke verklaring van 9 maart 2015 heeft [verweerder] hieraan toegevoegd dat “hij wilde pakken wat hij pakken kon”. Ook de andere (schriftelijke) getuigenverklaringen bevestigen deze gang van zaken. Zo verklaart mevrouw [XX] dat [verweerder] als het ware de garage kwam binnenvallen, waarbij hij zijn beide handen omhoog stak en [verzoekster] omver duwde en verklaart mevrouw [YY] dat [verweerder] via de bijkeuken de garage binnen kwam rennen en met een grote snelheid [verzoekster] omver liep. Op het moment van het ongeval stond [verzoekster] bij de werkbank in de garage. Uit de overgelegde foto’s en het ter zitting getoonde filmpje blijkt dat er een afstand is van enige meters tussen het afstapje en de werkbank en dat het afstapje niet recht achter de werkbank is gesitueerd maar daar schuin achterligt. [verzoekster] heeft ter zitting gesteld dat zij de afstand heeft nagemeten. Deze bedraagt volgens haar vier meter. [verweerder] heeft dat niet betwist, zodat de rechtbank daarvan uitgaat.
Nu de gedragingen [verweerder] onder invloed van zijn lichamelijke tekortkoming zijn verricht, moeten deze naar het oordeel van de rechtbank op grond van artikel 6:165, eerste lid, BW als een onrechtmatige daad aan [verweerder] worden toegerekend. Anders dan [verweerder] en ASR stellen, heeft deze bepaling niet alleen betrekking op de toerekening doch ook op onrechtmatigheid van de gedraging.
Dit kan uit de tekst van de bepaling worden afgeleid en blijkt uit de parlementaire geschiedenis. De bepaling komt voort vanuit de gedachte dat schade veroorzaakt door een persoon met een geestelijke of lichamelijke tekortkoming dient te worden vergoed door die persoon (vgl Parl. Gesch BW Boek 6 1981, p. 639, p. 630 (2) en p. 645). De rechtbank wijst voorts op MvA II waarin ingegaan wordt op het onderscheid tussen artikel 6:164 BW (in het ontwerp: artikel 6.3.1.2a) en artikel 6:165 BW (in het ontwerp: artikel 6.3.1.2b) en alwaar de Minister heeft overwogen:
“Zoals hieronder bij de bespreking van de afzonderlijke artikelen 6.3.12a en 2b nog aan de orde zal komen, heeft de ondergetekende het voorts inderdaad wenselijk geacht verschil tussen de daarin geregelde groepen van gevallen te maken en wil in die zin dat krachtens artikel 6.3.1.2a de daar bedoelde jeugdigen in vele gevallen niet aansprakelijk zijn, terwijl krachtens artikel 6.3.1.2b voor gedragingen onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming in beginsel steeds aansprakelijkheid bestaat.” (Parl. Gesch. BW Boek 6 1981, p. 652); alsmede
“Voorts: Artikel 6.3.1.2b. Het eerste lid is grotendeels toegelicht bij de artikelen 6.3.1.2a en 2b. Het brengt tot uitdrukking dat aan het feit dat een gedraging van een persoon van veertien jaren of ouder onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming heeft plaats gevonden, geen argument kan worden ontleend voor het standpunt dat deze gedraging niet als een onrechtmatige daad aan de dader kan worden toegerekend in de zin van artikel 6.3.1.1. lid 3. Daarbij moet zowel gedacht worden aan het in het huidige recht denkbare verweer dat de gedraging, hoewel onrechtmatig, als gevolg van de tekortkoming niet aan de dader kan worden verweten, als aan het eveneens denkbare verweer dat de tekortkoming de onrechtmatigheid van de gedraging zelf wegneemt. Zo zal volgens het onderhavige artikel niet alleen degene aansprakelijk zijn die onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming een verkeersfout maakt en daardoor een aanrijding veroorzaakt, maar ook hij die als gevolg van een lichamelijke tekortkoming midden op straat bewusteloos raakt en aldus oorzaak van een ongeval tussen twee of meer anderen wordt.” (Parl. Gesch. BW Boek 6 1981, p. 660 (nr. 3).
Met name uit laatst genoemde voorbeeld blijkt dat artikel 6:165 lid 1 BW niet alleen betrekking heeft op de vraag van de toerekening maar ook op de onrechtmatigheid. Ook in de literatuur wordt van deze uitleg uitgegaan (Groene Serie Onrechtmatige daad, commentaar op artikel 165 Boek 6 BW, aant. 4.1; Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV 2015/ 117-119; Monografieën Privaatrecht 4 Onrechtmatige daad, 17.5). Als ratio is daarbij aangegeven dat het onbillijk is dat de gelaedeerde de schade zelf moet dragen.
Ook het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch gaat in het door [verzoekster] aangehaalde arrest van deze uitleg uit. Dit arrest had betrekking op schade veroorzaakt doordat betrokkene, die een verbrijzelde voet had, was gevallen. Het Gerechtshof heeft in dit arrest overwogen dat betrokkene is gevallen doordat hij door zijn verbrijzelde voet, dus wegens een lichamelijke tekortkoming, zijn evenwicht verloor en dat daarmee zijn aansprakelijkheid gelet op artikel 6:165 lid 1 BW vaststaat.
Tot slot wijst de rechtbank op het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:147, waarbij de Hoge Raad er ook op wijst dat naast “bewuste handelingen” ook “onwillekeurige reflex-bewegingen en vallen als gevolg van bewusteloos raken” onder het toepassingsbereik van artikel 6:165 lid 1 BW vallen.
De kosten
5 De beslissing
De rechtbank
1. bepaalt dat [verweerder] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [verzoekster] en aansprakelijk is voor de door [verzoekster] als gevolg van de handelwijze van [verweerder] op 27 september 2014 geleden en nog te lijden schade;
2. veroordeelt [verweerder] en ASR de nog nader vast te stellen schade die [verzoekster] heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de handelwijze van [verweerder] op 27 september 2014 aan [verzoekster] te vergoeden;
3. begroot de kosten van deze deelgeschilprocedure op € 7.026,41, te vermeerderen met de door [verzoekster] in het kader van deze procedure verschuldigde griffierechten ad € 288,00 (tezamen: € 7.314,41),
met veroordeling van [verweerder] en ASR tot betaling aan [verzoekster] van de kosten van deze procedure;
4. wijst het meer of anders gevraagde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Schothorst en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2017.
Publicatie datum: 24 maart 2017 10:59:12
Bron: Bekijk