Nieuws
Werkgever aansprakelijk voor val van uitzendbureau ingeleende hulpsteigerbouwer.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.114.700/01
Zaaknummer rechtbank : 1323528 CV EXPL 12-1074
Arrest van 8 juli 2014
inzake
[appellant],
wonende te Rotterdam,
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. L.B. de Jong te Den Haag,
tegen
BIS Industrial Services Nederland B.V.,
gevestigd te Zwartewaal, gemeente Brielle,
geïntimeerde,
hierna te noemen: BIS,
advocaat: mr. R.H.J. Wildenburg te Arnhem.
Het verloop van het geding
1. Het hof verwijst naar het tussenarrest van 10 december 2013, waarbij een meervoudige comparitie van partijen is gelast. De comparitie heeft plaatsgevonden op 8 mei 2014. Het proces-verbaal van die comparitie bevindt zich bij de stukken. Na afloop van de comparitie hebben partijen arrest gevraagd.
Feiten
Het hof gaat in hoger beroep uit van de volgende feiten.
2.1 [appellant] was als uitzendkracht werkzaam voor [bedrijf 1] Detachering B.V. te Zwijndrecht (verder te noemen: [bedrijf 1]).
2.2 Vanaf januari 2008 is [appellant] door [bedrijf 1] uitgeleend aan BIS.
2.3 [appellant] was voor BIS als hulpsteigerbouwer werkzaam op het terrein van [bedrijf 2] B.V. (verder: [bedrijf 2]) te Sluiskil.
2.4 Op 22 oktober 2008 werkte [appellant], samen met zijn collega’s [collega 1] en [collega 2], aan de uitbreiding van een steiger boven een golfplaten dak bij het ketelhuis van de afdeling Reforming D in de ammoniakfabriek van [bedrijf 2]. Zij werkten al een aantal dagen aan deze klus. De steiger moest worden uitgebreid in de richting van de pijl die is geplaatst op onderstaande, aan het onder 2.8 te noemen rapport ontleende foto.
2.5 Op de genoemde dag is [appellant], tegen het einde van de werktijd, door een golfplaten dak gevallen. Hij is vier à vijf meter lager op een vloer terechtgekomen.
2.6 [appellant] is vervolgens naar een ziekenhuis in Gent vervoerd en is daar zeven dagen opgenomen geweest. [appellant] ontvangt thans een WIA-uitkering.
2.7 Onmiddellijk voorafgaand aan de val bevond [appellant] zich op de met nummer 1 aangeduide plaats op de hierna afgebeelde, eveneens aan het onder 2.8 te noemen rapport ontleende foto. Zijn collega [collega 1] bevond zich op de met nummer 2 aangeduide plaats.
2.8 Een door de bij BIS werkzame medewerkers [medewerker BIS 1] en [medewerker BIS 2] opgesteld voorlopig onderzoeksrapport (door BIS ter zitting op 8 mei 2014 overgelegd en gehecht aan het proces-verbaal van die zitting) gedateerd 27 oktober 2008 luidt onder meer als volgt:
“Beschrijving van het incident conform de verklaringen van de heren [collega 1] en [collega 2]. De heer [appellant] (positie cijfer 1) en de heer [collega 1] (positie cijfer 2) bevonden zich op het gebinte. De heer [collega 2] bevond zich op het hogerliggende bordes waartegen de ladderlift stond.
De heer [collega 1] heeft zich met de rug naar de heer [appellant] omgedraaid om te roepen naar de heer [collega 2] om steigeronderdelen van de ladderlift te gaan halen, zijnde 2 steigerrozetten en 2 steigerliggers.
Op dat ogenblik hoort de heer [collega 1] een klap, hij draait zich om en stelt vast dat de heer [appellant] door het golfplaten dak is gevallen.
(…)
De medewerker is schuin naar links naar beneden gevallen, met het achterhoofd tegen de vloerbintens en met het voorhoofd tegen de wand van het fornuis.
(…)
De heer [collega 1] spoedt zich naar de plek waar de heer [appellant] is terechtgekomen: hij stelt vast dat de heer [appellant] bewusteloos is en uit het oor/achterhoofd bloedt. De heer [collega 1] verwittigt de heer [collega 2], de voorman [Voorman] wordt er tevens bijgeroepen.
(…)
Via de opgeroepen ziekenwagen wordt de heer [appellant] getransporteerd, later naar het ziekenhuis te Gent.”
2.9 De heer [Naam], inspecteur van de Arbeidsinspectie, heeft naar aanleiding van het ongeval op 23 oktober 2008 de locatie bezocht en een ongevallen-boeterapport opgesteld. BIS is beboet naar aanleiding van het ongeval.
2.10 De op 5 november 2008 afgelegde verklaring van [appellant], behorende bij het Ongevallen-Boeterapport van de Arbeidsinspectie, luidt onder meer als volgt:
“Wat er tijdens het ongeval gebeurd is, kan ik me niet meer herinneren. Ik weet alleen nog, dat ik op een gegeven moment ergens lag met allerlei mensen om me heen. Ik wist niet dat ik gevallen was. Dat heb ik later gehoord. Ik had een veiligheidsgordel aan. Of ik deze aangeklikt had, weet ik niet. Normaal ben ik altijd aangeklikt/aangelijnd. Op het werk te Sluiskil heb ik iedere maand een toolboxmeeting gehad. Ook over het dragen van valgordels. Bij [bedrijf 1] heb ik een video gezien genaamd “allways online”, over het gebruik van een veiligheidsgordel. Het toezicht te Sluiskil werd gehouden door [medewerker BIS 3] van Bis Industrial Services B.V., aan wie ik uitgeleend was. (…). Als ik me niet aan de veiligheidsregels houd, dan word ik daar weggestuurd van het werk. (…)”
2.11 De op 23 oktober 2008 afgelegde verklaring van [collega 1], behorende bij het Ongevallen-Boeterapport van de Arbeidsinspectie, luidt onder meer als volgt:
“Ik ben hier bij [bedrijf 2] deze week begonnen. Ik werkte hier samen met [appellant], het slachtoffer, en Feyzan [collega 2]. Gisteren 22 oktober 2008 om ± 15.00 uur/15.15 uur is er met [appellant] een ongeval gebeurd op het terrein van [bedrijf 2] te Sluiskil op de reforming D bij het ketelhuis. Wij moesten daar een stuk aan een reeds bestaande steiger bouwen. Ik stond ± 2 meter van [appellant] verwijderd met mijn rug naar hem toe. Of hij toen aangelijnd was, weet ik niet. Op een gegeven moment hoorde ik een klap en zag, dat [appellant], die op een ijzeren balk stond, door het dak ± 4 à 5 meter naar beneden was gevallen. Hij lag op zijn rug en had een valgordel aan. Deze was echter niet aangelijnd of ergens aan geklikt. Voor de werkzaamheden krijgen we opdracht van een voorman van BIS. Wij zijn namelijk uitgeleend aan BIS Industrial Services. Ik heb niet gezien, dat [appellant] de rest van de week niet aangelijnd was. Ik weet, dat als je je hier niet aan de veiligheidsvoorschriften houdt, je naar huis moet. Ik was er als eerste bij toen [appellant] gevallen was. (…)”
2.12 Op het moment van de val droeg [appellant] een harnasgordel, maar was hij niet aangelijnd. Dit blijkt uit het feit dat de gordel en de vanglijnen niet waren uitgerekt, hetgeen bij een aangelijnde val wel gebeurt.
2.13 Alle steigerwerkers, ook ingeleende krachten, moeten bij aanvang van hun werkzaamheden voor BIS de Professional Work Force (PWF) toets doorlopen, een toets waarin de vakbekwaamheid wordt getest. BIS kent een sanctiestelsel bij overtredingen van de veiligheidsvoorschriften. De voorman van BIS, de heer [medewerker BIS 3], is na het ongeval door BIS een maand geschorst. Hij is daarna weer aan het werk gegaan als voorman.
2.14 Een naar aanleiding van het onderhavige ongeval door BIS opgesteld “Extra Veiligheidsbericht” van 28 oktober 2008 luidt onder meer:
“Welke lering moeten wij trekken uit dit ongeval?
Onvoldoende inschatting van de aanwezige risico’s. Het werken op of in nabijheid van golfplaten daken verdient altijd extra aandacht. Een goede werkinstructie en het beoordelen van de aanwezige risico’s is van zeer groot belang.
Dit betekent in deze situaties: ALTIJD EEN TAAK RISICO ANALYSE opstellen. En deze vooraf goed met de betrokkenen doorspreken.
(…)”
2.15 [appellant] heeft op 12 januari 2008 schriftelijk verklaard: “Hierbij verklaar ik [appellant] dat de film ‘Werken met twee lijnen Always online’ gezien en duidelijk heb gevolgd. Het is aan mij duidelijk meegedeeld hoe ik met twee lijnen moet werken en dat ik ook verplicht ben met twee lijnen te werken.”
2.16 Door [bedrijf 2] is, in overleg met enkele medewerkers van BIS, naar aanleiding van het ongeval een “scat-analyse” gemaakt, gedateerd 27 februari 2012. Dit stuk houdt onder meer in :
“SUMMARY:
To be filled after analysing
Faults of
Management System |
Basic root
causes |
Immediate
causes |
Incident | Contacts /
Losses |
1.Make leaders
([bedrijf 2] + BIS) even more aware of all the risks and how to react/ Leaders has to identify high risk working on height and communicate risk issues 2. Current system survey is not suffient because several times deviations from the procedure has been observed. 3. (…) 4. Not often enough management communication at the work places. |
1.Small
workplace on the steel construction. 2. Nobody told him that it was forbidden to walk on the roof. 3. Hazard was not probably identified. 4.Routine work underestimated risk. |
1. Person
was wearing a safety harnass but don’t hooked one safety life lanyard. 2. Person doesn’t see it as a risk due the fact that he was able to walk on the roof. 3. No extra attention – detection for safety measures on this task |
1.Scaffold worker felt
down. 2.Due the construction of a scaffold, just above a roof, he felt through the roof to a 5 m lower level |
1.Injured
person will probably start working again 1,5 month after the incident. 2. No indication that there will any physical consequences for the victim for the future |
Remark:
The mandate of this investigation mentioned to look for common facts related to incident and the incident in 2007. The circumstances for the 2 incidents are the same: scaffolding in construction.
The common facts
- -2 incidents where people felt from a certain height and they were both not secured.
- -the two fall-incidents has taken place during a stop/turnaurond.
2ANALYSING TEAM
[teamlid 1], [teamlid 2], [teamlid 3], [teamlid 4], [teamlid 5], Firma BIS-IS [medewerker BIS 1]/[teamlid 6] (parttime)
3Meetings and other disquisitions
Interviewed Mr. [appellant], Mr. [betrokkene 1], Mr [collega 2]. Mr. J. [betrokkene 2], Proco Reforming D.
(…)
Immediate causes from previous table
Basic Root Causes | Failure to secure (3) | Failing to use PPE properly | Improper position for task (11) | Failure to follow procedure (16) | Failure to identify hazard (17) |
Personal factors | |||||
(…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) |
4. Psychological stress | 4.4 Routine work underestimated risk | ||||
5. Lack of knowledge | 5.6 Nobody told him that it was forbidden to walk on the roof | ||||
(…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) |
8. Abuse or misuse | 8.1.2 We are not sure that the colleagues have said to hook on probably. | ||||
Job factors | |||||
9. Inadequate leadership and/or supervision | Hazard was not probably identified.
(…) |
||||
10. (…) | |||||
11. Inadequate work standards | 14.4 The foreman is not able to control 100% of the time. Using PPE is mainly the responsibility of the person. | 14.4 The foreman is not able to control 100% of the time. Using PPE is mainly the responsibility of the person. | |||
(…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) |
Basic causes from previous table
(…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) |
6. Task observation | Is the follow up of the system sufficient? Task was not perceived as so critical by the person due to the presence of a plated roof direct under the steelconstruction | |||||||
(…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) | (…) |
N:o | Actions | Schedule | Resp. | Remark | Ready |
(…)
1 | Attention of leaders has to be improved and make leaders even more aware of all the risks and how to react | 03/2009 | RVO (BIS)
CUP |
Part of increase
awarness of leaders |
|
2 | Leaders has to identify high risk on working on height and communicate risk issues | 03/2009 | RVO (BIS)
[bedrijf 2] |
||
3 | Include this example in the training material | 11/2008 | RVO (BIS) | Is already included
in training material and communicated |
Ready |
4 | Instruction to the scafold coordinators how to handle with “last minute” scafolds | 12/2008 | MOU | Direct action |
1 | Training evaluation and follow up to be improved | 11/2008 | RVO (BIS) | Part of continuous improvement cycle | |
2 | Last minute risk analysis on the job was not yet introduced | 12/2008 | RVO (BIS) | Ready | |
3 | Improve management communication at the work places by making more WOC’s |
1 | last minute risk analysis on the job has been introduced since 2 weeks | ||||
2 | First aid and how the situation was handled | Everybody reacted fast and good |
“Uw patiënt werd gehospitaliseerd van 22/10/2008 17:23 tot en met 28/10/2008 14:00, datum van ontslag naar huis.
Opnamereden:
Tijdens het werk op 22/10/08 val van enkele meters hoogte met hoofd op stoompijp; hierbij oplopen van meerdere letsels:
– scalpwonde rechts pterionaal, gehecht bij opname op spoedopname
– rechter pariëtale schedel#, niet verplaatst, doorlopend naar rechter mastoid; zonder kliniek van gehoorsdaling (geen hemotympanum) en zonder perifere facialisparese; patiënt bleef bewust, adequaat en gericht, met Glasgow coma schaal van 15/15
– brandwonde op voorhoofd, vertrekkend net boven neus op ML schuin naar rechts craniaal lopend tot op as rechter pupil (4 cm lang en 1.5cm breed)
– meerdere kneuzingen aan de rechter zijde (kant van impact), oa schouder en dij
Tijdens de hospitalisatie stelden zich geen problemen. Patiënt kent een voorspoedig herstel. Op de spoedopname werd de scalpwonde gehecht. Op 24/10 werd de 3de graads brandwonde gedebrideerd door de collega’s Plastische Heelkunde. Neurochirurgisch diende niet te worden ingegrepen en is hiervoor ook geen indicatie naar de toekomst toe.
(…)”
“4. Onderzoeksgegevens: Samenvatting gegevens uit primair medisch dossier:
Belanghebbende is een thans 32-jarige man, per 23-10-2008 uitgevallen voor zijn uitzendwerk als sjouwer/steigerbouwer vanwege lichamelijke en psychische klachten na een bedrijfsongeval. Belanghebbende is van hoogte met zijn gezicht op een stoompijp gevallen en liep daarbij schedelfractuur, brandwonden in het gelaat en kneuzingen van schouder en dij op. Hij werd aan het hoofd geopereerd. Hij ontwikkelde psychische klachten waarvoor hij werd verwezen naar het RIAGG.
(…)”
“Diagnose DSM IV/TR:
Depressie door een somatische aandoening (hersenletsel, NAH in 2008, consecutief hersenorganische psychose met verlaagde drempel in richting agressie, veranderde affectieve reactiviteit, vergeetachtigheid, concentratiestoornis en verlaagde stresstolerantie, somberheid).
AS I 311 Depressieve stoornis Niet Anders Omschreven
AS II geen diagnose
AS III hersenletsel in 2008 (werkongeluk met schedelfractuur en neurochirurgische trepanatie in Gent)
AS IV problemen met werk, financiën, primaire steungroep<
AS V GAF 50”
Het geschil
Beoordeling in hoger beroep
Eveneens is het bedrag van het verlangde voorschot voldoende onderbouwd en door BIS onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat dit ook zal worden toegewezen. De wettelijke rente zal voorts worden toegekend als gevorderd. BIS zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.
Beslissing
Het hof:
– vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam, team kanton, locatie Brielle van 3 juli 2012,
en opnieuw rechtdoende:
– voor recht dat BIS jegens [appellant] aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval d.d. 20 oktober 2008 zoals omschreven in de inleidende dagvaarding en gehouden is de hierdoor veroorzaakte materiële en immateriële schade aan [appellant] te vergoeden;
– veroordeelt BIS tot vergoeding van de door [appellant] geleden en te lijden materiële en immateriële schade ten gevolge van het bovengenoemde ongeval, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat deze opeisbaar is geworden;
– veroordeelt BIS tot betaling, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [appellant] van een bedrag van € 2.500,- als voorschot op de uiteindelijk toe te wijzen schadevergoeding;
– veroordeelt BIS in de kosten van het geding in beide instanties, aan de zijde van [appellant] wat betreft de eerste aanleg begroot op € 305,97 aan verschotten en € 904,- aan salaris advocaat en wat betreft het hoger beroep tot op heden begroot op € 383,17 aan verschotten en € 1.788,- aan salaris advocaat;
– verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
– wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.M. Davids, P.M. Verbeek en H.M. Wattendorff en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juli 2014 in aanwezigheid van de griffier.
Publicatie datum: 3 augustus 2014 23:22:41
Bron: Bekijk