Nieuws
Gemeente Hoorn aansprakelijk voor valpartij fietser in Zwaag op fietspad door een hoogteverschil van 7,5 cm.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 131668 / HA ZA 11-564
Vonnis van 25 juli 2012
in de zaak van
toevoeging nummer: 4GF0461
[NAAM EISER 1],
wonende te Hoorn,
eiser bij dagvaarding van 25 augustus 2011,
advocaat mr. F. Westenberg te Hoorn,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE HOORN,
gevestigd te Hoorn,
gedaagde,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
Partijen zullen hierna [naam eiser 1] en Gemeente Hoorn genoemd worden.
1De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -het tussenvonnis van 11 januari 2012
- -het proces-verbaal van comparitie van 12 april 2012.
2De feiten
Een en ander zoals te zien is op de volgende afbeelding van de Dorpsstraat:
3Het geschil
naam eiser 1] vordert samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
A. voor recht verklaart dat de Gemeente Hoorn aansprakelijk is voor de door [naam eiser 1] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade;
B. de Gemeente Hoorn veroordeelt tot betaling van de door [naam eiser 1] geleden en nog te lijden schade, welke schade nader zal worden opgemaakt bij staat;
met veroordeling van de Gemeente Hoorn in de kosten van deze procedure.
naam eiser 1] heeft aan deze vordering het volgende ten grondslag gelegd. De Gemeente Hoorn heeft als beheerder van de weg niet voldaan aan de verplichting de weg deugdelijk te onderhouden. Er bevinden zich gaten en lange scheuren in de weg, die met name in het donker voor fietsers niet goed waarneembaar zijn.
Daarnaast is de inrichting van de weg zodanig, dat fietsers bij het passeren van een auto moeten uitwijken naar het bestrate gedeelte naast het geasfalteerde gedeelte. Deze inrichting doet door het hoogteverschil gevaarlijke situaties ontstaan. Dat de situatie van de weg tot gevaarlijke situaties en ongevallen heeft geleid was de Gemeente Hoorn bekend en zij heeft verzuimd daartegen iets te ondernemen. Daardoor heeft de Gemeente Hoorn het voorzienbaar risico op ongevallen doen ontstaan en in stand gehouden. Nu dit risico zich bij [naam eiser 1] heeft verwezenlijkt, is de Gemeente Hoorn aansprakelijk voor de gevolgen, aldus [naam eiser 1].
De Gemeente Hoorn heeft primair het verweer gevoerd dat er geen causaal verband is tussen het hoogteverschil en de val. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de weg voldeed aan de in de gegeven omstandigheden te stellen eisen. Voorts heeft de Gemeente Hoorn gesteld dat zij niet gevaarzettend heeft gehandeld. Uiterst subsidiair heeft de Gemeente Hoorn zich beroepen op eigen schuld van [naam eiser 1]. De Dorpsstraat is landelijk karakteristiek, waarop fietsers voorzichtigheid in acht dienen te nemen. Er is geen sprake van een verkeerssituatie die een groter gevaar in het leven roept dan waarop een normale weggebruiker bedacht moet zijn. Niet elke oneffenheid dient te worden verwijderd noch heeft elke oneffenheid waardoor een ongeval wordt veroorzaakt tot gevolg dat de gemeente voor de gevolgen daarvan aansprakelijk moet worden gehouden. Dit geldt te meer voor [naam eiser 1], gelet op het tijdstip van de val en het feit dat [naam eiser 1] de hele dag had geholpen met een verhuizing en vermoeid zal zijn geweest.
De Gemeente Hoorn is van mening dat de val is te wijten aan onvoorzichtig rijgedrag. Aangenomen mag worden dat [naam eiser 1] bekend was met de inrichting van de weg.
4De beoordeling
De wegbeheerder dient er op bedacht te zijn dat fietsers op het geasfalteerde deel van de Dorpsstraat moeten uitwijken naar rechts om veilig door auto’s gepasseerd te kunnen worden. Bij de onderhavige inrichting van de weg zal de fietser bij het uitwijken van het geasfalteerde gedeelte op het bestrate gedeelte terechtkomen en over de afwateringsgeul heen moeten rijden.
De rechtbank acht het dan ook voor de hand liggend dat fietsers na het uitwijken weer het geasfalteerde gedeelte van de weg op willen rijden. De wegbeheerder dient ervoor zorg te dragen dat het voor fietsers mogelijk is op een veilige manier van en weer terug op het geasfalteerde weggedeelte te komen. Bij het terugsturen van de fiets naar het geasfalteerde wegdek loopt de fietser ter hoogte van de putten echter thans een onaanvaardbaar groot en voorzienbaar risico met het voorwiel tegen de wand van het asfalt te botsen en daardoor ten val te komen. Hierdoor levert de weg ter plaatse voor fietsers gevaar op in de zin van artikel 6:174 BW. Bij genoemd hoogteverschil had de wegbeheerder er zorg voor moeten dragen dat de overgang van het bestrate gedeelte op het geasfalteerde gedeelte in die richting gelijkmatig, althans gelijkmatiger dan nu het geval is, verloopt.
De stelling van de Gemeente Hoorn dat het niet mogelijk is dat de fiets van [naam eiser 1] na een val zoals door hem gesteld midden op het wegdek terecht gekomen kan zijn, is te vaag en te algemeen om de conclusie te kunnen dragen dat er geen causaal verband tussen de kuil en de val bestaat. Dat de Gemeente Hoorn voorts heeft betwist dat [naam eiser 1] moest uitwijken voor een tegemoetkomende auto doet naar oordeel van de rechtbank minder ter zake. Uitwijken naar de strook met klinkers zonder noodzaak kan immers niet worden beschouwd als onvoorzichtig rijgedrag.
5De beslissing
De rechtbank
– verklaart voor recht dat de Gemeente Hoorn aansprakelijk is voor de door [naam eiser 1] als gevolg van de val met zijn fiets op 23 oktober 2006 geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade;
– veroordeelt de Gemeente Hoorn tot vergoeding van de geleden nog te lijden schade van [naam eiser 1] ten gevolge van de val op 23 oktober 2006 op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. De zaak wordt daarvoor verwezen naar een schadestaatprocedure;
– veroordeelt de Gemeente Hoorn in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [naam eiser 1] tot heden begroot op € 1.065,81 en veroordeelt de Gemeente Hoorn mitsdien om te voldoen
– € 975,- aan [naam eiser 1];
– € 90,81 aan kosten voor de dagvaarding aan de griffier van deze rechtbank door overmaking op rekeningnummer 56.99.90.513 (Royal Bank of Scotland) ten name van Min. van Justitie Arrondissement Alkmaar/FED onder vermelding van “proceskostenveroordeling” en het zaak en rolnummer;
– verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2012.
Publicatie datum: 19 september 2014 12:23:57
Bron: Bekijk