Aarts advocatuur B.V.

Verlengde Velmolen 2A
Postbus 64, 5400 AB te Uden

T(0413) 24 31 21
F(0413) 24 31 22
Einfo@aarts-advocatuur.nl

KVK-nummer: 17136255
BTW-nummer: NL810166628B01

Letselschade

Nieuws

Defensie aansprakelijk voor posttraumatische stressstoornis (PTSS) van Srebrenica Dutchbatter.

Minister van Defensie verantwoordelijk voor schade ‘Dutchbatter’
Utrecht  , 25-3-2013

De minister van Defensie is verantwoordelijk voor de schade die een militair van Dutchbat, die aanwezig was bij de val van de moslimenclave Srebrenica, lijdt door PTTS (posttraumatische stressstoornis). De minister is daarvoor verantwoordelijk omdat hij onvoldoende maatregelen nam om blijvende PTTS bij de Dutchbatter te voorkomen. Binnen drie maanden na vandaag moet de minister een besluit nemen over de vergoeding van de schade.
Dat bepaalde de Centrale Raad van Beroep vandaag in het hoger beroep dat de Dutchbat-militair had aangespannen. In zijn tussenuitspraak bepaalt de Centrale Raad van Beroep – evenals de rechtbank ’s-Gravenhage eerder – dat de minister van Defensie in deze zaak niet voldeed aan zijn zorgplicht als werkgever. De Centrale Raad van Beroep vindt dat de minister van Defensie bij beëindiging van de missie in Zagreb en daarna niet genoeg nazorg aanbood. Daardoor kreeg de PTSS bij de militair een blijvend karakter. De Centrale Raad van Beroep zal nadat de minister een besluit heeft genomen over de hoogte van de schadevergoeding, daarover een oordeel geven en einduitspraak doen.
Missie
De Centrale Raad van Beroep is het niet met de rechtbank, maar wel met de minister van Defensie eens dat bij de feitelijke uitvoering van de missie Dutchbat III de zorgplicht voldoende was. De Centrale Raad van Beroep wijst er daarbij op dat de militair voldoende opgeleid en getraind was om een militaire missie uit te voeren. Verder is niet gebleken dat het materieel in het begin van Dutchbat niet voldeed aan de noodzakelijke technische eisen. Ook is de minister niet verantwoordelijk voor de oorlogsomstandigheden ter plaatse.
De Centrale Raad van Beroep is ook van oordeel dat de zorgplicht niet mag worden beoordeeld aan de hand van onder oorlogsomstandigheden genomen operationele beslissingen. De aard van het militaire bedrijf verzet zich daartegen (zie ook LJN AN8521).
Mortiergranaat
Op 11 juli 1995 sloeg vlak bij de Dutchbatter een mortiergranaat in. Dit leidde bij de man  tot psychische klachten. De mortierinslag is volgens de minister een dienstongeval. De militair krijgt in verband met de gevolgen van dat dienstongeval een uitkering. Daarbij is aangenomen dat de mortierinslag bij de militair leidde tot een acute stressstoornis. Die stoornis heeft zich door de verdere schokkende gebeurtenissen ontwikkeld tot een PTSS.
Voorgeschiedenis
In 2000 verzocht de militair de minister van Defensie om vergoeding van alle door hem door de uitzending naar Srebrenica geleden schade door die PTSS. De militair vond dat hij daar recht op had omdat de minister als werkgever zijn zorgplicht niet na kwam. De minister vond dat hij niet verantwoordelijk was en wees de gevraagde schadevergoeding af. De rechtbank vernietigde dat besluit (LJN AU6006) en droeg de minister op een nieuwe beslissing te nemen. De Centrale Raad van Beroep volgt de rechtbank daarin en beslist in zijn tussenuitspraak dat de minister verantwoordelijk is voor de schade van de “Dutchbatter”. De minister van Defensie moet inderdaad een nieuw besluit nemen, waarbij de Centrale Raad van Beroep ervan uit gaat dat de militair zijn schade binnen een maand onderbouwt.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Zie ook het persbericht van de Centrale Raad van Beroep

Publicatie datum: 25 maart 2013 00:00:46
Bron: Bekijk

Terug